7.14.3 CO₂-gehalte controleren
1.
Neem het product met het testprogramma P.01 in ge-
bruik en stel de waarde op 100 in om het product met
maximale warmtebelasting te gebruiken.
2.
Wacht minstens 5 minuten tot het product bedrijfstem-
peratuur bereikt heeft.
3.
Meet het CO₂- en CO-gehalte aan de rookgasmeetaan-
sluiting (1).
4.
Vergelijk de meetwaarden met de betreffende waarden
in de tabel.
Instelwaarden
Een-
heid
CO₂ na 5 min ge-
bruik met vollast
Vol.–%
met gesloten front-
mantel
CO₂ na 5 min ge-
bruik met vollast
Vol.–%
met afgenomen
frontmantel
Ingesteld voor
kWh/m³
Wobbe-index W
s
O₂ na 5 min gebruik
met vollast met
Vol.–%
gesloten frontmantel
CO-gehalte
5.
Als een instelling in het opgegeven instelbereik niet mo-
gelijk is, dan mag u het product niet in gebruik nemen.
6.
Breng het serviceteam in dit geval op de hoogte.
7.
Monteer de frontmantel. (→ Pagina 15)
7.15
Dichtheid controleren
▶
Controleer de gasleiding, het verwarmingscircuit en het
warmwatercircuit op dichtheid.
▶
Controleer de VGA op onberispelijke installatie.
7.15.1 CV-bedrijf controleren
1.
Activeer het CV-bedrijf aan de gebruikersinterface.
2.
Controleer of er een warmtevraag is.
3.
Roep de statuscode op het display op die over de
actuele bedrijfstoestand van het product informeren
(→ Pagina 40).
◁
Als het product correct functioneert, dan verschijnt
op het display "S.04".
0020151748_05 Thema CONDENS Installatie- en onderhoudshandleiding
Aardgas
Aardgas
G 20
G 25
9,0 ±1,0
9,0 ±1,0
8,8 ±1,0
8,8 ±1,0
15,0
15,0
4,89 ±1,80
4,89 ±1,80
≤ 250
≤ 250
ppm
Aanpassing aan de CV-installatie 8
7.15.2 Warmwaterbereiding controleren
Voorwaarden: Boiler aangesloten
▶
Zorg ervoor dat de boilerthermostaat warmte vraagt.
◁
Als het product correct functioneert, dan verschijnt
op het display "S.24".
1
8
Aanpassing aan de CV-installatie
8.1
Diagnosecodes oproepen
Met behulp van de parameters, die in het overzicht diagno-
secodes als instelbaar gemarkeerd zijn, kunt u het product
aan de CV-installatie en de wensen van de klant aanpassen.
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 52)
▶
Druk langer dan 7 seconden op de toets
het configuratiemenu te gaan. Het beeldscherm toont "0".
▶
Druk 4 keer op de toets
◁
Het display geeft "96" weer. Dit is de installateurs-
code.
▶
mode
Druk op
om te bevestigen. Het display toont de
parameter "00" en de betreffende waarde "XX".
▶
Druk op de toets
tot de te veranderen parameter te krijgen.
▶
Druk op de toets
waarde van de parameter te veranderen.
▶
Ga voor alle parameters die veranderd moeten worden,
op deze manier te werk.
▶
Druk langer dan 3 seconden op de toets
configuratiemenu te verlaten.
8.2
CV-deellast instellen
De CV-deellast is af fabriek op de maximale warmtebelasting
van het product ingesteld. Als u een andere CV-deellast wilt
instellen, dan kunt u onder D.000 een waarde instellen die
met het productvermogen in kW overeenkomt.
Als het product in een cascade gebruikt wordt, dan moet u
bij het gebruik met Aardgas het ventilatortoerental van de
toesteldeellast tot 1500 t/min (instelwaarde: 15) verhogen
(D.050).
Als een boiler (boiler monovalent) geïnstalleerd is, dan kunt
u de deellastinstelling voor de boilerlading aan het boilertype
aanpassen (D.077).
8.3
Pompnalooptijd instellen
Onder D.001 kunt u de pompnalooptijd instellen (fabrieksin-
stelling: 5 min.).
Aanwijzing
De modus van de interne pomp is af fabriek op
Comfort ingesteld. De pomp wordt ingescha-
keld als de CV-aanvoertemperatuur niet op Ver-
warming uit staat (→ gebruiksaanwijzing) en de
warmtevraag via een externe thermostaat vrijge-
schakeld is.
De fabrieksinstelling onder D.018 mag u niet wijzi-
gen!
mode
om naar
van de functie
.
of
van de functie
om toegang
of
van de functie
om de
mode
om het
43