3.
Voor de lengteaanpassing van de rookgasleiding tus-
sen dakdoorvoer en het onderste deel kunt u een ver-
lengstuk of de dakdoorvoer verkorten.
–
Verkortingswaarde: ≤ 20 cm
6.4.5.8 Dakdoorvoer verkorten
1
Dakdoorvoering
2
Bevestigingsklem
3
Buitenbuis van de dak-
doorvoer
1.
Trek de aansluitmof (5) uit de buitenbuis (3).
2.
Verkort de buitenbuis (3) en binnenbuis evenveel.
–
Verkortingswaarde: ≤ 20 cm
3.
Steek de aansluitmof (5) opnieuw in de buitenbuis (3).
4.
Monteer alle rookgascomponenten onder het dak.
5.
Monteer alle rookgascomponenten boven het dak (ver-
lengstukken, mondingsstuk, klemmen).
6.
Monteer alle leidinghouders.
7.
Monteer de bevestigingsklem van de dakdoorvoer aan
het dakspant of het plafond.
Voorwaarden: Mondingshoogtes van meer dan 1,5 m nodig
▶
Stabiliseer de dakdoorvoer. (→ Pagina 37)
0020151748_05 Thema CONDENS Installatie- en onderhoudshandleiding
1
2
3
4
5
4
Binnenbuis van de
dakdoorvoer
5
Aansluitmof
VLT/VGA-systemen monteren 6
6.4.5.9 Rookgasleiding stabiliseren
Voorwaarden: De dakdoorvoer steekt meer dan 1,5 m over de dakpan (3)
uit.
4
▶
Span de dakdoorvoer boven het dak af.
1.
Monteer aan alle verbindingspunten boven de dakpan
klemmen (1).
2.
Monteer een leidinghouder (2) aan de leiding boven het
dak.
3.
Verbind deze leidinghouder door plaatjes (4) of kabels
met de dakconstructie.
6.4.5.10 Verlengstuk inkorten
2
1.
Trek de rookgasbuis (2) uit de buitenbuis (1).
2.
Verkort de rookgasbuis en buitenbuis in een rechte
hoek aan de gladde zijde op dezelfde hoogte.
–
Verkort rookgasbuis en buitenbuis aan de van de
mof afgekeerde zijden.
3.
Schuif de rookgasbuis (2) opnieuw in de buitenbuis (1).
1
2
3
1
37