Inhoudsopgave
Advertenties
6 VLT/VGA-systemen monteren
6.4
Montage
6.4.1
Verticale dakdoorvoer monteren
6.4.1.1 Dakdoorvoer monteren (voorbeeld: schuin
dak)
1
2
3
4
5
1
Verticale dakdoorvoer
(zwart of rood)
2
Universele dakpan
3
Spantklem
1.
Gebruik bij het platte dak in de plaats van de schuine
dakpan (2) de platdakkraag (6).
2.
Plaats de schuine dakpan(2).
3.
Plaats het bovendeel van de schuine dakpan voor de
verticale opname van de dakdoorvoer.
4.
Plaats de verticale dakdoorvoer (1) in de schuine dak-
pan (2) van boven erin.
–
De regenkraag en het bovendeel van de schuine
dakpan moeten regenbestendig in elkaar grijpen.
5.
Zet de dakdoorvoer verticaal.
6.
Bevestig de spantklem (3) aan een spant of aan het
plafond.
7.
Vul de spleet tussen de dakdoorvoer en de dak- of pla-
fondconstructie isolerend op.
8.
Koppel de dakdoorvoer via verlengstukken, bochten en
eventueel een ontkoppelinrichting aan het product.
9.
Schroef de rozet (dampprop) (4) aan het plafond vast.
–
Breng eventueel voor de betere afdichting tussen
flens en plafond silicone aan.
10. Verkort de dakdoorvoer indien nodig.
–
Verkort de buiten- en binnenbuis altijd evenveel.
11. Steek het schuifstuk (5) in de dakdoorvoer.
12. Verkort evt. de rookgasbuis.
13. Steek de rookgasbuis met de mof op de rookgasbuis
van de dakdoorvoer.
14. Schuif de rookgasbuizen in de dakdoorvoer.
30
1
6
4
3
4
Rozet
5
Schuifstuk
6
Kraag voor plat dak
Installatie- en onderhoudshandleiding Thema CONDENS 0020151748_05
15. Steek de rookgasbuizen van boven in het aansluitstuk
voor de VLT/VGA.
16. Trek het schuifstuk uit de dakdoorvoer.
17. Steek het schuifstuk in de mof van het aansluitstuk voor
de VLT/VGA.
18. Gebruik indien nodig concentrische verlengstukken en
bochten.
19. Beveilig elk verbindingspunt met twee borgschroeven.
6.4.1.2 Dakdoorvoer edelstaal monteren
1
Dakdoorvoer edelstaal
2
Bevestigingsklem
3
Buitenbuis van de dak-
doorvoer
1.
Om de dakdoorvoer te verkorten, trekt u de aansluitmof
(5) van de buitenbuis (3). De aansluitmof hebt u niet
meer nodig.
2.
Verkort de buiten- en binnenbuis evenveel.
3.
Plaats de dakdoorvoer op de schuine dakpan of op de
platdakkraag.
4.
Monteer aan het bovenste einde van de dakdoorvoer
het luchtaanzuigstuk en de mondingsafsluiting alsook
de nodige klemmen.
–
Luchtaanzuigstuk en mondingsafsluiting uit art.-nr.
0020106375
5.
Monteer de bevestigingsklem van de dakdoorvoer aan
het dakspant of aan het plafond.
6.
Neem voor het bereik boven het dak het hfdst.
"Dakdoorvoer bij buitenwandleidingen monteren"
(→ Pagina 36).
7.
Ga te werk zoals in hfdst. "Verticale dakdoorvoer mon-
teren (voorbeeld: schuin dak)" (→ Pagina 30) beschre-
ven.
1
2
3
4
5
4
Binnenbuis van de
dakdoorvoer
5
Aansluitmof
Advertenties
Inhoudsopgave
