2
3
1
5
7.
Monteer verdere verlengstukken, revisie-elementen
en bochtstukken beginnend van de schacht naar het
product.
8.
Steek tot slot het bochtstuk of het revisiebochtstuk (2)
van de rookgasleiding in de rookgasaansluiting (1) van
het product.
9.
Monteer per verlengstuk een bevestigingsklem.
10. Verbind alle verbindingsplaatsen van de luchtbuizen
met een borgschroef.
7
Ingebruikname
7.1
Servicehulpmiddelen
De volgende test- en meetmiddelen hebt u nodig voor de
ingebruikname:
–
CO
-meter
2
–
Digitale of U-buismanometer
–
Sleufschroevendraaier, klein
–
Inbussleutel 2,5 mm
7.2
Eerste ingebruikneming uitvoeren
De eerste ingebruikneming moet door een serviceteamtech-
nicus of een geautoriseerde installateur uitgevoerd worden.
Checklist eerste ingebruikname (→ Pagina 59)
▶
Voer de eerste ingebruikneming aan de hand van de
checklist in de bijlage uit.
▶
Vul de checklist in en onderteken deze.
7.3
Verwarmingswater/vul- en bijvulwater
controleren en conditioneren
Opgelet!
Kans op materiële schade door minder-
waardige verwarmingswater
▶
Zorg voor verwarmingswater van vol-
doende kwaliteit.
▶
Voor u de installatie vult of bijvult, dient u de kwaliteit van
het verwarmingswater te controleren.
Kwaliteit van het cv-water controleren
▶
Neem een beetje water uit het CV-circuit.
0020151748_05 Thema CONDENS Installatie- en onderhoudshandleiding
4
▶
Controleer visueel het cv-water.
▶
Als u sedimenterende stoffen vaststelt, dan moet u de
installatie spuien.
▶
Controleer met een magneetstaaf of er magnetiet (ijzer-
oxide) voorhanden is.
▶
Als u magnetiet vaststelt, reinig de installatie dan en
neem de nodige maatregelen voor de corrosiebescher-
ming. Of monteer een magneetfilter.
▶
Controleer de pH-waarde van het afgetapte water bij
25 °C.
▶
Bij waarden onder 8,2 of boven 10,0 reinigt u de installa-
tie en conditioneert u het verwarmingswater.
▶
Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het verwarmingswater
kan dringen.
Vul- en bijvulwater controleren
▶
Meet de hardheid van het vul- en bijvulwater voor u de
installatie vult.
Vul- en bijvulwater conditioneren
▶
Neem voor de conditionering van het vul- en suppletie-
water de geldende nationale voorschriften en technische
regels in acht.
Voor zover nationale voorschriften en technische regelingen
geen hogere eisen stellen, geldt het volgende:
U moet het CV-water conditioneren,
–
als de volledige vul- en bijvulwaterhoeveelheid tijdens de
gebruiksduur van de installatie het drievoudige van het
nominale volume van de CV-installatie overschrijdt of
–
Als de in de curve (→ Pagina 62) weergegeven waarden
overschreden werden of
–
als de pH-waarde van het verwarmingswater onder 8,2 of
boven 10,0 ligt.
Opgelet!
Kans op materiële schade door verrij-
king van het verwarmingswater met on-
geschikte additieven!
Ongeschikte additieven kunnen veranderin-
gen aan componenten, geluiden in de CV-
functie en evt. verdere gevolgschade veroor-
zaken.
▶
Gebruik geen ongeschikte antivries- en
corrosiewerende middelen, biociden en
afdichtmiddelen.
Bij ondeskundig gebruik van de volgende additieven werden
met onze producten tot nu toe geen onverdraagzaamheden
vastgesteld.
▶
Neem bij het gebruik absoluut de aanwijzingen van de
fabrikant van het additief in acht.
Voor de verdraagzaamheid van additieven in het overige
CV-systeem en voor de werkzaamheid ervan aanvaarden
we geen aansprakelijkheid.
Additieven voor reinigingsmaatregelen (aanslui-
tend uitspoelen vereist)
–
Adey MC3+
–
Adey MC5
–
Fernox F3
–
Sentinel X 300
Ingebruikname 7
39