7.9
Vuldruk aflezen
Het product beschikt over een analoge manometer aan de
aanvoerbuis en een digitale drukindicatie.
Als de verwarmingsinstallatie gevuld is, dan moet voor de
perfecte werking de wijzer van de manometer bij een koude
CV-installatie in de bovenste helft van het grijze bereik
staan. Dit komt overeen met een vuldruk tussen 0,1 MPa en
0,6 MPa (1,0 bar en 6,0 bar). U kunt de precieze vuldruk ook
op het display aflezen.
Als de CV-installatie zich over meerdere verdiepingen uit-
strekt, dan kunnen hogere waarden voor de vuldruk vereist
zijn om lucht in de CV-installatie te vermijden.
7.10
Te lage waterdruk vermijden
Om schade aan de CV-installatie door te geringe vuldruk te
vermijden, is het product met een waterdruksensor uitgerust.
Het product signaleert bij het onderschrijden van 0,05 MPa
(0,5 bar) vuldruk het druktekort door op het display de druk-
waarde 0,0 bar en het symbool watertekort knipperend weer
te geven. Het product schakelt uit.
▶
Vul CV-water bij om het product opnieuw in gebruik te
nemen.
Het display geeft de drukwaarde knipperend weer tot een
druk van 0,06 MPa (0,6 bar) of hoger bereikt is.
▶
Als u vaak een drukdaling vaststelt, dan dient u de oor-
zaak te zoeken en te verhelpen.
7.11
CV-installatie spoelen
1.
Om te verhinderen dat verontreinigingen uit de CV-in-
stallatie de plaatwarmtewisselaar verstoppen, installeer
dan een vuilfilter voor de plaatwarmtewisselaar.
2.
Spoel de CV-installatie en de CV-ketel grondig uit.
7.12
CV-installatie vullen en ontluchten
Voorwaarden: De CV-installatie en de CV-ketel zijn grondig gespoeld.
▶
Kies het testprogramma P.05.
◁
De pompen lopen niet en het product gaat niet in
CV-bedrijf.
1.
Neem de aanwijzingen bij het onderwerp CV-water
voorbereiden (→ Pagina 39) in acht.
2.
Verbind vul- en aftapkraan van de CV-ketel volgens de
normen met een vulwatertoevoer, indien mogelijk met
de koudwaterkraan.
3.
Open de vulwatertoevoer.
4.
Controleer evt. of beide onderhoudskranen aan de CV-
ketel geopend zijn.
5.
Open langzaam de vul- en aftapkraan zodat het water
in de CV-ketel stroomt.
Aanwijzing
De CV-ketel is met een snelontluchter uit-
gerust. Er mogen bijkomende maatregelen
getroffen worden zodat het verwarmingssys-
teem tijdens het vullen en de ingebruikne-
ming ofwel door een snelontluchter of hand-
matig ontlucht kan worden.
6.
Let op de stijgende vuldruk in de CV-ketel.
0020151748_05 Thema CONDENS Installatie- en onderhoudshandleiding
7.
Vul water bij tot de vereiste vuldruk bereikt is.
8.
Sluit de vul- en aftapkraan en de koudwaterkraan.
9.
Om de CV-installatie te ontluchten, kiest u het testpro-
gramma P.06 of P.07.
◁
De CV-ketel treedt niet in werking, de externe pomp
loopt intermitterend en ontlucht naar keuze het CV-
circuit of het warmwatercircuit. Het display toont de
vuldruk van de CV-ketel.
10. Om de ontluchtingsprocedure reglementair te kunnen
uitvoeren, dient u erop te letten dat de vuldruk niet on-
der de minimale vuldruk daalt.
–
Minimale vuldruk: 0,1 MPa (1,0 bar)
Aanwijzing
Het testprogramma P.06 of P.07 loopt per
circuit 7,5 minuten.
Na het beëindigen van de vulprocedure moet
de vuldruk minstens 0,02 MPa (0,2 bar)
boven de tegendruk van het expansievat
(ADG) liggen (P
(0,2 bar)).
11. Als zich na het beëindigen van het testprogramma P.06
of P.07 nog teveel lucht in de CV-ketel bevindt, start het
testprogramma dan opnieuw.
12. Controleer alle aansluitingen en het volledige systeem
op dichtheid (→ Pagina 43).
7.13
Sifonbeker vullen
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door lekkende rook-
gassen!
Door een lege of niet voldoende gevulde si-
fonbeker kunnen rookgassen in de ruimte-
lucht ontsnappen.
▶
Vul voor de ingebruikname van het pro-
duct de sifonbeker met water.
Ingebruikname 7
≥ P
+ 0,02 MPa
installatie
ADG
41