Aanwijzingen voor de gebruiker
Wanneer de plaat voor het eerst wordt gebruikt, wordt aangeraden om
op te warmen tot de maximum temperatuur, en dit lang genoeg zodat
eventuele oliehoudende productieresten verbrand worden die aan het
voedsel een onaangename geur zouden kunnen verlenen
4.1.2 Type recipiënten
Voor dit type van toestel zijn speciale pannen nodig.
De bodem van de pan moet in ijzer of staal/ijzer zijn, zodat het
magnetisch veld geproduceerd kan worden dat nodig is voor de
verwarming.
Niet geschikt zijn recipiënten van:
− glas;
− keramiek;
− terracotta;
− staal, aluminium of koper zonder magnetische bodem.
Om te controleren of de pan geschikt is, kan u een magneet op de
bodem plaatsen: wanneer deze aangetrokken wordt, is de pan geschikt
voor de inductieplaat. Wanneer u niet over een magneet beschikt, giet u
een beetje water in de pan, plaats u ze op een kookzone, en schakelt u
de plaat aan. Wanneer op de display, in plaats van het vermogen, het
symbool
De voor het koken gebruikte pannen moeten minimale diameters hebben
om een correcte werking te kunnen garanderen.
Onderstaand vindt u een tabel met de minimumdiameters van de pannen
afhankelijk van de kookzone.
Nummer
zone:
80
verschijnt, betekent dit dat de pan niet geschikt is.
Minimumdiameter
van de pan
1
140 mm
2
90 mm
3
110 mm
4
90 mm
5
140 mm
U kan ook pannen gebruiken die
groter zijn dan de kookzones, maar
er moet dan wel opgelet worden dat
de bodem van de pan niet in contact
komt met andere kookzones en dat
de pan altijd goed in het midden van
de kookzone wordt geplaatst.
.