Opbouw en functie
Elektrodelassen
Display
5.8
Elektrodelassen
5.8.1
Aansluiting elektrodehouder en werkstukleiding
Beknellings- en verbrandingsgevaar!
Bij de vervanging van de staafelektrode bestaat beknellings- en verbrandingsgevaar!
•
Gebruik geschikte droge veiligheidshandschoenen.
•
Gebruik een geïsoleerde tang om verbruikte staafelektroden te verwijderen en gelaste
werkstukken te verplaatsen.
Inertgasaansluiting!
Bij de lasmethode elektrodelassen staat de inertgasaansluiting (aansluitnippel G¼")
onder nullastspanning.
•
De gele beschermkap op aansluitnippel G¼" plaatsen (bescherming tegen elektrische
spanning en vuil).
76
Instelling / selecteren
Draaddiameter extra-draad (handmatige instelling)
Instelling van de draaddiameter van 0,6 mm tot 1,6 mm.
De letter "d" voor de draaddiameter op de indicator (d0.8) duidt op een
voorgeprogrammeerde karakteristiek (bedrijfsmodus KORREKTUR).
Wanneer voor de geselecteerde draaddiameter geen karakteristiek bestaat, moet de
instelling van de parameter handmatig worden uitgevoerd (bedrijfsmodus MANUELL).
Om de bedrijfsmodus te selecteren > zie hoofdstuk 5.5.2.
Draad terugtrekken
•
Waarde verhogen = meer draad terugtrekken
•
Waarde verlagen = minder draad terugtrekken
VOORZICHTIG
099-000115-EW505
20.11.2017