5.5.4
Bedrijfsmodi (functieverlopen)
De bedrijfsmodus voor de lasstroom moet op het lasapparaat op 4-takt worden ingesteld. De
lasstroom kan met de toortsknoppen 3 en 4 (BRT 3 en BRT 4) traploos worden ingesteld. Met
toortsknop 2 (BRT 2) wordt de lasstroom in- resp. uitgeschakeld.
Met toortsknop 1 (BRT 1) wordt de draadtoevoer in- resp. uitgeschakeld. Met de bediening
kunnen drie bedrijfsmodi worden geselecteerd (zie de volgende principeschema's).
5.5.4.1
Verklaring van de tekens
Symbool Betekenis
Druk op de toortsknop
Laat de toortsknop los
Toortsknoppen tiptoetsen (kort indrukken en loslaten)
Er stroomt inert-gas
I
Lasvermogen
Gasvoorstromen
Gasnastromen
2-takt
2-takt speciaal
4-takt
4-takt speciaal
Tijd
t
Startprogramma
P
START
Hoofdprogramma
P
A
P
Gereduceerd hoofdprogramma
B
Eindprogramma
P
END
Slopeduur van PSTART naar PA
tS1
Draadaanvoer
099-000115-EW505
20.11.2017
Lasapparaat voor mechanisch vlamboogsmeltlassen configureren
Afbeelding 5-14
Opbouw en functie
47