Stap 5
Stap 7
Afbeelding 5.21: Teststappen van de automatische test
boven
Afbeelding 5.22: De toets HELP schakelt heen en weer tussen het bovenste
Weergegeven resultaten:
x1 ......... Stap 1 activeringstijd (I
x1 ......... Stap 2 activeringstijd (I
x5 ......... Stap 3 activeringstijd (I
x5 ......... Stap 4 activeringstijd (I
x½ ........ Stap 5 activeringstijd (I
x½ ........ Stap 6 activeringstijd (I
I ........... Stap 7 activeringsstroom (0º)
I ........... Stap 8 activeringsstroom (180º)
Uc ........ Contactspanning voor nominale waarde I
Opmerkingen:
De automatische test wordt onmiddellijk gestopt zodra er een ongeldige voorwaarde is,
bijv. overschrijding van de maximaal toegelaten contactspanning of activeringstijd buiten
het toegelaten bereik.
Bij de automatische test van RCD's van het type A en F met nominale active-
ringsverschilstromen van 300 mA, 500 mA en 1000 mA, wordt de test van 5×I
uitgevoerd. In dit geval geldt de test als geslaagd wanneer alle andere tests geslaagd
zijn.
De activeringsstroommeting (I , stap 7 en 8) wordt voor selectieve RCD's niet uitge-
voerd.
Bij de automatische test wordt de uitschakeltijdmeting van type B en B + RCD's uitge-
voerd met een sinusvormige teststroom. De meting van de uitschakelstroom gebeurt
met een gelijkmatige gelijkstroom-reststroom. (IT 130)
Tijdens het automatisch testen gebeurt de meting van de activeringstijd en de
activeringsstroomsterke voor het AC-gedeelte van de aardlekschakelaar (FI/RCD) van
het EV- en MI-type met een sinusvormige teststroom. De meting van de
activeringsstroomsterkte voor het DC-gedeelte gebeurt met een gladde gelijkstroomfout.
(IT 130)
BENNING IT 115 / IT 130
en onderste deel van het resultaatveld.
=I
, 0º)
∆
∆N
=I
, 180º)
∆
∆N
=5×I
, 0º)
∆
∆N
=5×I
, 180º)
∆
∆N
=½×I
, 0º)
∆
∆N
=½×I
, 180º)
∆
∆N
50
Stap 6
Stap 8
onder
∆N
5260 / 01/2023 nl
N niet
∆