Hoofdstuk 2 - Vertrouwd raken met uw motorinstallatie
Op paneel gemonteerde onderdelen
c
b
a
Dodemansschakelaar - Schakelt het contact uit wanneer de bestuurder (indien verbonden met de dodemansschakelaar)
zich zo ver van zijn/haar plaats beweegt dat de schakelaar geactiveerd wordt. Zie Dodemansschakelaar voor inlichtingen
over het gebruik van deze schakelaar.
Bedieningshendel - Schakelen en gas worden geregeld door het verstellen van de bedieningshendel. Duw de
bedieningshendel met een snelle, kordate beweging naar voren uit neutraal naar de eerste arreteerstand voor versnelling
vooruit. Duw hem verder naar voren om het toerental te verhogen. Trek de bedieningshendel met een snelle, kordate
beweging terug uit neutraal naar de eerste arreteerstand voor versnelling achteruit en trek hem verder naar achteren om
het toerental te verhogen.
Schakelvergrendeling - Als u de schakelvergrendeling indrukt, kan de motor worden geschakeld. De schakelvergrendeling
moet altijd worden ingedrukt als u de bedieningshendel uit neutraal wilt halen.
Trim/opklapschakelaar (indien aanwezig) - Zie Trimbekrachtiging.
Knop alleen-gas - Hiermee kan het gas worden verzet zonder de motor te schakelen. De knop alleen-gas kan alleen
worden ingedrukt wanneer de afstandsbediening in de neutraalstand staat en mag alleen worden gebruikt als hulp bij het
starten of opwarmen van de motor.
knop Starten/stoppen - Hiermee kan de bootbestuurder de motor starten of afzetten zonder gebruik van de contactsleutel.
Stelschroef arreteerspanning - Deze schroef kan worden bijgesteld voor het vergroten of verkleinen van de inspanning die
nodig is om de bedieningshendel uit de arreteerstand te halen (de kap moet worden verwijderd). Als de schroef naar rechts
wordt gedraaid, neemt de benodigde kracht toe.
Stelschroef bedieningshendelweerstand - Deze schroef kan worden bijgesteld om de spanning op de bedieningshendel te
verhogen of verlagen (de kap moet worden verwijderd). Dit voorkomt dat de hendel bij sterke golfslag onverhoopt beweegt.
Draai de schroef naar rechts om de frictie te verhogen en naar links om deze te verlagen.
Functies en bediening van DTS-console met plat kompashuisje en enkele hendel
1.
Schakelen en gas worden geregeld met het verstellen van de bedieningshendel. Duw de bedieningshendel naar voren
vanuit neutraal tot aan de eerste arreteerstand om de schakelstand op vooruit te zetten. Duw hem verder naar voren
om het toerental te verhogen. Trek de bedieningshendel naar achteren vanuit neutraal tot de eerste arreteerstand om
de schakelstand in de achteruit te zetten. Trek hem verder naar achteren om het toerental te verhogen.
2.
Trimschakelaar (indien geïnstalleerd) - Wanneer de trimbekrachtigingsschakelaar op de ERC-hendel wordt
geactiveerd, neemt de DTS-bedieningsmodule een gesloten circuit waar voor omhoog of omlaag trimmen. De DTS-
bedieningsmodule formuleert een signaal en stuurt dat naar de PCM. De PCM sluit het massacircuit naar het omhoog-
of omlaagtrimrelais.
b
a
d
3.
Stelschroef arreteerspanning – Deze schroef kan worden afgesteld om de kracht te vergroten of verkleinen die nodig is
om de bedieningshendel uit een arreteerstand te halen. Als de schroef naar rechts wordt gedraaid, neemt de
weerstand toe. Stel de weerstand naar wens af.
Bladzijde 28
d
e
-
f
g
a -
vooruit
b -
neutraal
c -
achteruit
d -
trimschakelaar
c
52360
a -
dodemansschakelaar
b -
bedieningshendel
c -
schakelvergrendeling
+
d -
trim/opklapschakelaar
e -
knop alleen-gas
h
f -
knop Starten/stoppen
g -
stelschroef arreteerstandfrictie
h -
stelschroef bedieningshendelweerstand
3409
90-8M0096682
JULI 2014
nld