Hoofdstuk 5 - Onderhoud
Wateraanzuigopeningen van de hekaandrijving
Deze hekaandrijving heeft waterinlaten op de zijkant. Gebruik de spoeladapter (44357Q 2) voor de waterinlaten op de
zijkant op het onderwaterhuis.
NB: Doorspoelen is alleen nodig als er in zout, verontreinigd, brak of mineraalhoudend water is gevaren. Voor de beste
resultaten wordt doorspoelen aanbevolen na elke vaart.
1.
Sluit de zeewaterkraan (indien aanwezig). Als de installatie door de romp geen zeewaterkraan bevat, mag u de
slangen niet loshalen.
2.
Voer water aan de zeewaterpomp op de motor toe door de slang van de zeewaterkraan of de zeewaterpomp van de
motor los te halen op de hier afgebeelde plaats.
3.
Sluit de doorspoelslang met een geschikte adapter aan tussen de watertoevoer en de waterinlaat van de
zeewaterpomp.
Als er onvoldoende koelwater is, raken de motor, de waterpomp en andere onderdelen oververhit en lopen ze schade
op. Zorg tijdens gebruik voor voldoende watertoevoer naar de waterinlaten.
4.
Verwijder de schroef.
5.
Installeer de juiste doorspoeladapter over de waterinlaatopeningen in het onderwaterhuis.
6.
Breng de hekaandrijving omlaag tot de stand volledig omlaag (in).
7.
Sluit de slang aan tussen de doorspoeladapter en de waterbron.
8.
Met de hekaandrijving in de normale bedrijfsstand opent u de watertoevoer voor de hekaandrijving.
9.
Open de watertoevoer voor de zeewaterpomp op de motor.
10. Zet de afstandsbediening in neutraal met het gas op stationair en start de motor.
Bladzijde 94
5773
Waterinlaat aan zijkant
Aansluiting zeewaterinlaatslang
KENNISGEVING
55049
90-8M0096682
JULI 2014
nld