7 Inbedrijfstelling
Voorbeeld
4,0
3,5
3,0
2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0
-0,5
-1,0
2
-1,5
-2,0
40
60
1
83260207 1/2019-02 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Combibrander WGL30/1-C ZM
7.1.7 Instelwaarden
Menginrichting overeenkomstig het vereiste warmtevermogen instellen. Daartoe
stuwschijfpositie en luchtkleppositie op elkaar afstemmen.
Stuwschijfpositie en luchtkleppositie bepalen
De brander mag niet buiten het arbeidsveld in bedrijf zijn.
Nodige stuwschijfpositie (maat X) en luchtkleppositie uit diagram bepalen en
noteren.
Vereist brandervermogen
Vuurhaarddruk
Stuwschijfpositie (maat X)
Luchtkleppositie
3
80
100
120
140
160
1 Warmtevermogen [kW]
2 Vuurhaarddruk [mbar]
3 Luchtkleppositie
4 Stuwschijfpositie [mm] (maat X)
5 Instelbereik luchtklep bij stuwschijfpositie gesloten (X = 0 mm)
6 Instelbereik maat X bij luchtkleppositie > 80°
Voorbeeld 1
210 kW
0,5 mbar
0 mm
35°
0
180
200
220
240
260
60-144
Voorbeeld 2
280 kW
2,0 mbar
8 mm
> 80°
5
6
15
5
10
4
280
300
320
340 360