GEVAAR
83260207 1/2019-02 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Combibrander WGL30/1-C ZM
7.1.3 Gasaansluitdruk controleren
Min. aansluitdruk
De vuurhaarddruk in mbar moet bij de min. aansluitdruk bijgeteld worden. De
aansluitdruk mag niet lager liggen dan 15 mbar.
Min. aansluitdruk voor lagedruktoevoer aan de hand van de tabel bepalen
[hfst. 7.1.6].
Max. aansluitdruk
De maximaal toegelaten aansluitdruk voor de afsluitkraan is 300 mbar.
Aansluitdruk controleren
Explosiegevaar door te hoge gasaansluitdruk
Het overschrijden van de maximale aansluitdruk kan de armatuur beschadigen en
tot explosie leiden.
Max. aansluitdruk zie typeplaat.
Gasaansluitdruk controleren.
Enkel in verbinding met W-MF en gasaansluitdruk > 150 mbar
Het drukmeettoestel moet op de drukregelaar aangesloten worden.
Gasaansluitdruk controleren, zie bijvoeglbad (druknr. 835109xx).
Drukmeettoestel aan meetpunt 1 aansluiten.
Gaskogelkraan langzaam openen en daarbij de drukstijging observeren.
Als de aansluitdruk de max. aansluitdruk overschrijdt:
Gaskogelkraan onmiddellijk sluiten.
Installatie niet in bedrijf stellen.
Gebruiker van de installatie verwittigen.
Als de aansluitdruk lager ligt dan de min. aansluitdruk:
Installatie niet in bedrijf stellen.
Gebruiker van de installatie verwittigen.
1
53-144
7 Inbedrijfstelling