All manuals and user guides at all-guides.com
c) Bekabeling van de sluitinstallatie/alarminstallatie
De noodstroomvoorziening beschikt over twee van elkaar onafhankelijke aansluit-/schakel-
kanalen en timers.
Let op het opschrift op de platine zodat u niet per vergissing de bekabeling van beide aansluit-
/schakelkanalen omwisselt of door elkaar haalt.
Schakelvoorbeelden vindt u in het volgende hoofdstuk 10.
Plaats alle laagspanningsvoerende kabels en leidingen uitsluitend door de rechtse behuizings-
opening/rubberen stop. De linkse behuizingsopening (in de buurt van de schroefklemmen
voor de netspanning) is uitsluitend voorzien voor de nettoevoer.
Doorsteek de rubberen stoppen, vb. met een scherp mes of schroevendraaier.
Leg de nettoevoerleiding en laagspanningsvoerende leidingen nooit samen door
een van beide behuizingsopeningen!
d) Aansluiting loodaccu
De beide aansluitkabels voor de loodaccu zijn van kabelschoenen voorzien. Verbind deze
volgens de juiste polariteit met de loodaccu (plus/+ = rode kabel, min/- = zwarte kabel).
Plaats de loodaccu in het onderste deel van de noodstroomvoorziening zodat deze niet kan
uitvallen. De loodaccu kan vb. met dubbelzijdig kleefband worden vastgemaakt.
e) Aansluiting van de nettoevoerleiding
Aan de bovenkant van de behuizing vindt u twee openingen die met een rubberen stop zijn
afgesloten.
Een van beide openingen dient om de nettoevoerleiding in de behuizing aan te leggen; de
andere om alle laagspanningsvoerende leidingen te aan te leggen.
A Rubberen stop, opening voor
de nettoevoerleiding
B Schroefklemmen voor aan-
sluiting aan de netspanning
C Zekering (250 V, 3 A, flink,
5 x 20 mm)
78
A
C
B