Probleem
De compressor slaat
steeds minder vaak en
steeds korter aan; de
temperatuur in het koel-
apparaat stijgt.
In het koelapparaat heeft
zich een ijslaag ge-
vormd, of in het binnen-
ste van het koelapparaat
vormt zich condenswa-
ter. Het kan zijn dat de
deur van het apparaat
niet goed sluit.
Oorzaak en oplossing
Na een tijdje wordt automatisch weer de juiste tem-
peratuur bereikt.
Als er al een dikke ijslaag is ontstaan, neemt de koel-
capaciteit af en stijgt het energieverbruik.
Ontdooi en reinig het koelapparaat.
De omgevingstemperatuur is te hoog. Hoe hoger de
omgevingstemperatuur is, des te langer is de com-
pressor in werking.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk "Installeren",
paragraaf "Plaats van opstelling".
Er is op het koelapparaat een te lage temperatuur in-
gesteld.
Corrigeer de temperatuurinstelling.
De functie SuperFrost in de diepvrieszone is nog in-
geschakeld.
Schakel de functie SuperFrost zelf eerder uit om
energie te besparen.
Dit is geen storing. De ingestelde temperatuur is te
hoog.
Corrigeer de temperatuurinstelling.
Controleer de temperatuur nog een keer na 24 uur.
De diepvriesproducten beginnen te ontdooien.
De omgevingstemperatuur ligt onder de temperatuur
waarvoor het koelapparaat geschikt is.
De compressor slaat minder vaak aan als de omge-
vingstemperatuur te laag is. Daardoor kan het in de
diepvrieszone te warm worden.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk "Installeren",
paragraaf "Plaats van opstelling".
Verhoog de omgevingstemperatuur.
De deurdichting is uit de groef gegleden.
Controleer of de deurdichting goed in de groef zit.
De deurdichting is beschadigd.
Controleer of de deurdichting beschadigd is.
Problemen oplossen
59