Temperaturen in de wijnklimaat-
zones instellen
U kunt voor de 2 wijnklimaatzones een
aparte temperatuur instellen.
Om uw wijnen langdurig te bewaren,
wordt een temperatuur tussen 12 en
14 °C aanbevolen.
Raak de temperatuuraanduiding aan
van de wijnklimaatzone waarvoor u de
temperatuur wilt instellen.
Onderste wijnklimaatzone: raak
aan.
Swipe naar links of rechts totdat de
gewenste temperatuur in het midden
wordt weergegeven.
Raak ter bevestiging de gewenste
temperatuur aan.
Om het instellingsniveau te verlaten,
raakt u aan.
De temperatuuraanduiding springt weer
naar de daadwerkelijke temperatuur die
op dat moment in de wijnklimaatzone
heerst.
De temperatuur in de wijnklimaatzone
gaat omhoog:
- wanneer u vaak en gedurende lange
tijd de deur van het apparaat opent.
- naarmate er meer wijnflessen worden
bewaard.
- naarmate de nieuw geplaatste wijn-
flessen warmer zijn.
- wanneer de omgevingstemperatuur
van het koelapparaat hoger is. Het
koelapparaat is vervaardigd voor een
bepaalde klimaatklasse (omgevings-
temperatuurbereik) waar de kamer-
temperatuur niet boven of onder mag
liggen.
Mogelijke temperatuurinstellingen in
de wijnklimaatzones
De temperatuur is in beide zones instel-
baar van 5 tot 20 °C.
Temperatuuraanduiding wijnklimaat-
zones
Bij normaal gebruik wordt in het dis-
play de gemiddelde, daadwerkelijke
temperatuur weergegeven die in de
betreffende wijntemperatuurzone
heerst.
Het kan zeker een paar uur duren voor-
dat de gewenste temperatuur wordt be-
reikt en constant wordt aangegeven. Dit
hangt o.a. van de omgevingstempera-
tuur en de instelling af.
Luchtvochtigheid
(ActiveHumidity) in de onderste
wijnklimaatzone instellen
Om ervoor te zorgen dat de luchtvoch-
tigheid correct kan worden ingesteld,
is een omgevingstemperatuur van 19
tot 28 °C vereist.
Raak de temperatuuraanduiding van
de onderste wijnklimaatzone aan.
Swipe naar links totdat in het mid-
den wordt weergegeven.
Raak aan.
Swipe naar links of rechts totdat de
gewenste luchtvochtigheid ( of )
in het midden wordt weergegeven.
Raak ter bevestiging de gewenste in-
stelling aan.
Om het instellingsniveau te verlaten,
raakt u aan.
Bediening
37