Duurzaamheid en milieubescherming
Zo bespaart u energie ...
Plaats van op-
stelling
Temperatuurin-
stelling
18
Het koelapparaat moet bij hogere omgevingstemperaturen vaker
koelen en verbruikt dan meer energie. Daarom:
- Plaats het koelapparaat in een goed geventileerde ruimte.
- Plaats het koelapparaat niet naast een warmtebron (verwar-
mingselement, fornuis).
- Bescherm het koelapparaat tegen directe blootstelling aan
zonlicht.
- Zorg voor een ideale omgevingstemperatuur van ongeveer
20 °C.
- Houd de ventilatie-openingen vrij en reinig ze regelmatig door
stof te verwijderen.
Hoe lager de temperatuur, des te hoger het energieverbruik. De
volgende instellingen worden aangeraden:
- Wijnklimaatzones 12 tot 14 °C.
- Diepvrieszone -18 °C.
- Om energie te besparen, schakel de functie SuperFrost zelf
uit zodra de levensmiddelen koud genoeg zijn.