10. REGELING
Hier worden enkele besturingsalgoritmen toegelicht waarmee de controller
werkt.
• Wanneer de stroom of de rookgassensor uitvalt, wordt de luchtschuif
automatisch in een veilige positie (ca. 50-60%) gezet. De stookplaats
kan dan met de hand nog worden bediend.
• Bij een koude start (rookgastemperatuur lager dan 50°C) wordt de
eerste verbranding altijd uitgevoerd op het niveau 'Hoog verwarmingsni-
veau'. Daarbij wordt NIET het grote vlammensymbool weergegeven. Bij
de daaropvolgende verbranding wordt dan overgeschakeld op het vooraf
ingestelde niveau.
• Het akoestische bijvulsignaal klinkt slechts eenmaal, wanneer het bij-
vultijdstip voor het eerst wordt bereikt. Deze wordt later niet nogmaals
herhaald.
• In de handmatige modus is er geen voortgangsbalk en kan er geen
verwarmingsniveau worden geselecteerd. Wanneer de deur wordt geo-
pend, gaat de luchtschuif naar 100%, blijft deze daar staan volgens de
instelling van de parameters CS1 en CS2 om vervolgens terug te keren
naar de handmatig ingestelde schuifpositie. Wij raden u dringend
aan om de stookplaats uitsluitend in de automatische modus te
gebruiken.
• Als er op het bijvultijdstip geen hout wordt bijgevuld, begint korte tijd
later het proces van de gloeifase. Daarbij kan door wisselende lucht-
schuifposities meerdere keren worden overgeschakeld op een dalende
verbrandingscurve. De luchtschuif wordt pas volledig gesloten wanneer
de rookgastemperatuur is gedaald tot 50°C en de controller in de
stand-bymodus is gezet. Tot dan is de luchtschuif op geen enkel moment
volledig gesloten.
• Ongeacht de rookgastemperatuur wordt de luchtschuif bij iedere keer
dat de deur wordt geopend eerst naar 100% verschoven. Na een ver-
tragingstijd gaat deze naar een positie die is afgestemd op de huidige
rookgastemperatuur volgens het parameterrecord.
• Wanneer na een koude start 10 minuten na het openen van de deur geen
temperatuur van minstens 50°C is bereikt, wordt de luchtschuif gesloten
en meldt de controller 'Geen ontsteking'.
• Als de stookplaats dreigt te oververhitten, wordt dit aangegeven en
wordt de luchtschuif gesmoord om de temperatuur binnen de perken te
houden. Als deze ver genoeg is gedaald, wordt de verbranding met de
dalende regelcurve vervolgd.
• Als de temperatuur t-1 niet wordt bereikt tijdens het ontsteken, blijft de
luchtschuif op 100% staan en is er GEEN nalegsignaal.
NL 29