3.2.2 De tilgreep bevestigen
De handgreep wordt meegeleverd met de JP pomp. Het
aanbrengen van de handgreep op de pomp is optioneel,
bijvoorbeeld op vast geïnstalleerde pompen.
1
1x
2x
2
3
1
2
4
Afb.
Beschrijving van de montage van de tilgreep op de
pomp
3.2.3 Het leidingsysteem aansluiten
Installeer het product zodanig dat het leidingsysteem dit
niet onder spanning zet.
Leidingmaten:
•
De diameter van de zuigleiding moet groter zijn dan
2,5 cm als de zuigleiding langer is dan 10 m of de
opvoerhoogte groter is dan 4 m.
•
Als een slang wordt gebruikt als zuigleiding, moet
deze niet-opvouwbaar zijn.
Wij adviseren u isolatieafsluiters te installeren aan zowel
zuig- als perszijde van de pomp.
1.
Dicht de fittingen van de leidingen af met schroefdraadtape of
vergelijkbaar materiaal.
2.
Sluit leidingen aan op de inlaat en uitlaat van de pomp. Laat de
pomp niet ondersteunen door de leidingen.
Gebruik een pijptang of vergelijkbaar gereedschap.
3.
Installeer een voetklep in de zuigleiding als de pomp boven het
vloeistofniveau is geïnstalleerd, bijvoorbeeld als u pompt vanuit
een bron, tank of reservoir. Wij adviseren een voetklep met
filter.
4.
Het is beter een filter in de inlaat van de zuigleiding aan te
brengen als de pomp wordt gebruikt voor het verpompen van
regen- of bronwater.
5.
Zorg dat de zuigleiding een geleidelijke opwaartse hellinghoek
van 5° richting pomp heeft om luchtbellen te voorkomen, met
name bij het opvoeren van de vloeistof.
Afb.
Zuigleiding met geleidelijke opwaartse hellinghoek
richting pomp
3.2.3.1 Maximale systeemdruk
Controleer of het systeem waarin de pomp is geïnstalleerd
is ontworpen voor de maximale pompdruk.
De maximale voordruk is afhankelijk van de opvoerhoogte op het
daadwerkelijke werkpunt. De som van de voordruk en de
opvoerhoogte mag niet groter zijn dan de maximale systeemdruk.
Wij adviseren u een veiligheidsventiel in de persleiding te
installeren om te voorkomen dat de persdruk de maximale
systeemdruk overschrijdt.
3.2.3.2 Zuig- en persleidingen
Tref deze algemene voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van
de zuig- en persleidingen.
Laat de pomp niet ondersteunen door de leidingen.
Gebruik leidinghangers of andere steunen op geschikte
tussenafstanden om de leidingen in de buurt van de pomp
te ondersteunen.
De binnendiameter van de leidingen mag nooit kleiner zijn
dan de diameter van de pompopeningen.
•
Installeer de leidingen zodanig dat luchtbellen worden
vermeden, vooral aan de aanvoerkant van de pomp.
•
Gebruik excentrische verloopstukken met de tapse zijde naar
beneden.
•
Zorg dat de leidingen zo recht mogelijk zijn om onnodige
bochten en aansluitingen te vermijden. Wij adviseren 90°
leidingbochten met lange radius om het weerstandsverlies te
verminderen.
•
Leid de zuigleiding zou direct mogelijk en zorg er idealiter voor
dat de lengte ten minste tienmaal de leidingdiameter bedraagt.
•
Zorg dat de zuigleiding zo mogelijk horizontaal loopt. Wij
adviseren een geleidelijke opwaartse hellinghoek naar pompen
die vloeistoffen opvoeren en een geleidelijke neerwaartse
hellinghoek naar pompen die werken met positieve zuigdruk.
207