A
A. Ruitensproeiers vóór
Trek de hendel van de ruitenwisserschake-
laar naar u toe om de voorruit te sproeien.
Bij het sproeien gaan de wissers tijdelijk
werken en, als het dimlicht aanstaat, wor-
den ook de koplampen schoongespoten.
BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:13
BAT2_C3_P_NEL_indexe.indd Sec1:13
C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:13
C3P-2006-01-CRO_indexe.indd Sec1:13
RUITENWISSERS
Vervangen van de ruitenwisser-
bladen
Om de wisserbladen te kunnen vervangen,
moet u de wisserarmen in de onderhouds-
stand zetten. Dat doet u door het contact
uit te zetten en dan binnen een minuut de
ruitenwissers aan te zetten. De ruitenwis-
B
sers gaan dan rechtop staan.
Nadat de wisserbladen vervangen zijn,
zet u het contact aan en bedient u de
ruitenwisserschakelaar. De ruitenwissers
gaan dan weer in de normale stand staan.
Controleer bij vorst of de wisserbladen niet zijn vastgevroren aan de ruit voordat u
de ruitenwissers inschakelt.
Verwijder opgehoopte sneeuw van de voorruit.
I
13
26/04/2006 14:21:46
26/04/2006 14:21:46
25/04/2006 09:41:28
25/04/2006 09:41:28