OPSPORING VAN DEFECTEN
Symptomen
De radiozender stuurt de slagboom
niet aan en het ledlampje op de
zender gaat niet branden
De radiozender stuurt de slagboom
niet aan maar het ledlampje op de
zender gaat wel branden
Er wordt geen enkele manoeuvre
bestuurd
Er wordt geen enkele manoeuvre
aangestuurd en het knipperlicht is uit
Er wordt geen enkele manoeuvre
aangestuurd en het knipperlicht
knippert enkele malen
De manoeuvre wordt in gang gezet,
maar direct daarna vindt omkering
plaats
De manoeuvre wordt op langzame
snelheid uitgevoerd
De Slave slagboombarrière voert de
manoeuvres niet uit
De manoeuvre wordt omgekeerd
uitgevoerd
8.2 DIAGNOSTIEK
In de centrale zijn de volgende diagnostieken aanwezig:
– signaleringen op de besturingseenheid d.m.v. leds
– diagnostiek via het display
– signalering fouten via het display
– signaleringen van het knipperlicht.
8.3 SIGNALERINGEN OP DE
BESTURINGSEENHEID
De leds van de klemmen op de besturingseenheid zenden spe-
ciale signalen uit om zowel de normale werking als eventuele sto-
ringen aan te geven.
In de volgende tabel worden de oorzaak en oplossing voor elk
type signalering beschreven.
LEDS VAN DE KLEMMEN OP DE BESTURINGSEENHEID
Status
Betekenis
Led STOP
Activering van de ingang STOP
Uit
Alles in orde
Aan
Led Sbs
Alles in orde
Uit
Activering van de ingang Sbs
Aan
Led OPEN
Alles in orde
Uit
Activering van de ingang OPEN
Aan
30 – NEDERLANDS
Aanbevolen controles
Controleer of de batterijen van de zender leeg zijn; vervang ze zo nodig.
Controleer of de zender correct in het geheugen van de radio-ontvanger is opgeslagen.
Controleer of de reductiemotor wordt gevoed via de netspanning
Vergewis u ervan dat de zekeringen F1 en F2 niet onderbroken zijn; zo ja, dan dient u de
oorzaak van de storing op te sporen en de zekeringen door andere exemplaren met dezelfde
stroomwaarde en kenmerken te vervangen.
Controleer of de instructie daadwerkelijk ontvangen is. Als de instructie de SbS-ingang bereikt,
moet de betreffende "SbS"-led gaan branden; als daarentegen de radiozender gebruikt wordt,
moet de "BlueBus"-led tweemaal snel knipperen.
Tel het aantal knippersignalen en controleer dit aan de hand van de gegevens in "Tabel 14".
De geselecteerde kracht is mogelijk te laag voor het type slagboom. Controleer of de slagboom
goed gebalanceerd is en selecteer eventueel een hogere kracht.
De manoeuvre begint niet vanaf een van de eindaanslagen, of de centrale herkent de
eindaanslag niet.
Controleer de elektrische aansluiting van de eindaanslag.
Controleer of de "Master-Slave" aanleerfase op beide slagboombarrières is uitgevoerd.
Controleer of de keuzeschakelaar van de installatie zich in de juiste positie bevindt (zie
paragraaf "Keuze van de richting").
Mogelijke oplossing
Controleer de inrichtingen die aangesloten zijn op de STOP-ingang.
STOP-ingang actief.
Ingang Sbs niet actief.
Dit is normaal als de inrichting die is aangesloten op de Sbs-ingang effectief
actief is.
OPEN-ingang niet actief.
Dit is normaal als de inrichting die is aangesloten op de OPEN-ingang
daadwerkelijk actief is
44
Led eindaanslag FC1
A
B
Led eindaanslag FC2
A
B
Tabel 8
Tabel 9