controleer alle veiligheidsinrichtingen in de installatie een
5.
voor een om na te gaan of ze goed werken (fotocellen, con-
tactlijsten enz.)
controleer op de volgende wijze de juiste werking van de
6.
fotocellen:
– op basis van het feit of er een of twee koppels fotocel-
len zijn geïnstalleerd, zijn er een of twee blokvormige
elementen van niet-flexibel materiaal nodig (bv. hou-
ten panelen) met een afmeting van 70x30x20 cm. Elk
blokvormig element moet drie zijden hebben (een voor
elke dimensie) van reflecterend materiaal (bv. spiegel
of glanzend wit gelakt) en drie zijden van mat materiaal
(bv. mat zwart gelakt). Voor de test met de fotocellen op
50 cm boven de grond geplaatst, moet het blokvormige
element op de grond worden gezet. Voor de test met fo-
tocellen op 1 m boven de grond moet het 50 cm worden
opgetild
– bij een test met één paar fotocellenmoet het testobject
exact onder het midden van de slagboom worden gezet
met de zijden van 20 cm naar de fotocellen toe, en over
de hele lengte van de slagboom worden verplaatst
38
– bij een test met twee paar fotocellenmoet de test eerst
met elk paar fotocellen afzonderlijk worden uitgevoerd
met 1 testobject, en vervolgens worden herhaald met 2
testobjecten; elk testobject moet zijdelings worden ge-
positioneerd ten opzichte van het midden van de slag-
boom, op een afstand van 15 cm, en vervolgens over de
hele lengte van de slagboom worden verplaatst
39
2 0 0
3 0 0
2 0 0
3 0 0
2 0 0
3 0 0
– tijdens deze tests moet het testobject in elke willekeurige
positie over de hele lengte van de slagboom door de
fotocellen worden waargenomen
controleer of er geen interferenties zijn tussen de fotocellen
7.
en andere inrichtingen:
– met een cilinder (diameter 5 cm, lengte 30 cm) onder-
breekt u de optische as die het koppel fotocellen ver-
bindt. Schuif hem eerst voorbij de fotocel TX, daarna
voorbij de RX en uiteindelijk in het midden, tussen de
twee fotocellen
40
– controleer of de inrichting in alle gevallen reageert, door
van de status 'actief' over te gaan naar de status 'alarm'
en andersom
– controleer of de beoogde actie wordt veroorzaakt in de
besturingseenheid (bijvoorbeeld, omkering van de be-
weging bij de sluitmanoeuvre)
8.
controle van de beveiliging tegen gevaar van stijging:
bij automatiseringen met verticale beweging moet worden
gecontroleerd of er geen optilgevaar bestaat. Deze test
kan op de volgende manier worden uitgevoerd:
– hang op de helft van de slagboom een gewicht van 20
kg (bijvoorbeeld, een zak grind)
– bedien een openingsmanoeuvre en ga na of de slag-
boom bij deze manoeuvre niet hoger dan 50 cm boven
zijn gesloten stand komt
– in het geval de slagboom deze hoogte overtreft, dient
u de motorkracht te verminderen (zie hoofdstuk "PRO-
GRAMMERING")
9.
als gevaarlijke situaties, die worden veroorzaakt door de
beweging van de slagboom, opgeheven zijn door middel
van begrenzing van de stootkracht, moet de kracht worden
gemeten volgens de voorschriften van de norm EN 12445.
Eventueel, als de controle van de "motorkracht" wordt ge-
bruikt als hulpmiddel voor het systeem om de stootkracht
te verlagen, moet de regeling uitgeprobeerd en gevonden
worden die de beste resultaten oplevert
10.
controle van de werking van het ontgrendelingssys-
teem:
– doe de slagboom in de sluitpositie en voer een handma-
tige ontgrendeling uit (zie paragraaf "Handmatig ont-
grendelen en vergrendelen van de reductiemotor")
– controleer of dit zonder problemen gebeurt
– controleer of de handbediende kracht om de slagboom
in de geopende stand te bewegen niet groter is dan 200
N (circa 20 kg)
– de kracht wordt haaks op de slagboom gemeten en op
1 m vanaf de rotatieas
11.
controle van het afkoppelingssysteem van de voe-
ding:controleer, door de afkoppelingsvoorziening van de
voeding te bedienen en de eventuele bufferbatterijen af te
koppelen, of alle leds op de besturingseenheid uit zijn en of
de slagboom niet beweegt wanneer er een instructie wordt
verzonden. Controleer de werking van het ontgrendelings-
systeem om onopzettelijke of ongeoorloofde heraankoppe-
ling te vermijden.
NEDERLANDS – 19