5. Onderhoud – vervangen van on-
derdelen
Het regelventiel is vooral bij de zitting, klep
en stopbus onderhavig aan natuurlijke slijta-
ge. Afhankelijk van de toepassingsomstan-
digheden moet het ventiel met regelmatige
tussenpozen worden gecontroleerd, om mo-
gelijke storingen te voorkomen.
Wanneer er lekkage naar buiten toe op-
treedt, dan kan de stopbus lek zijn.
Wanneer het ventiel niet juist afdicht dan
kan de afsluiting worden beinvloed door
vervuiling of andere vreemde delen tussen
de zitting en de klep of door beschadigde
afdichtranden.
Het verdient aanbeveling de onderdelen te
demonteren, grondig te reinigen en indien
nodig te vervangen.
Opgelet
Bij montagewerkzaamheden aan
het regelventiel moet het betreffende
deel van de installatie absoluut druk-
loos worden gemaakt en afhankelijk
van het medium worden geleegd.
Bij hoge temperaturen moet afkoe-
ling tot omgevingstemperatuur wor-
den afgewacht.
Omdat ventielen niet vrij zijn van
dode ruimten, moet er rekening mee
worden gehouden dat er nog medi-
umresten in het ventiel aanwezig
kunnen zijn. Dat geldt vooral voor
ventieluitvoeringen met balg en iso-
leerdeel.
Het verdient aanbeveling om het
ventiel te demonteren.
Onderhoud – vervangen van onderdelen
Belangrijk!
Regelventielen, die voorzien zijn van kera-
mische zitting en klep, moeten vanwege het
breukgevaar zeer zorgvuldig worden be-
handeld. Bij deze uitvoeringen kan ook de
klep niet, zoals in par. 5.1.2 beschreven,
worden nabewerkt.
Opmerking:
De voor de montage benodigde aandraai-
momenten en de juiste zittinggereedschap-
pen zijn in blad WA 029 opgesomd.
Opgelet!
Bij alle werkzaamheden aan het ventielhuis
moet eerst de steldruk worden uitgescha-
keld, de steldrukleiding worden verwijderd
en de aandrijving worden gedemonteerd.
Aandrijving demonteren:
1. Ringmoer (8.2) afschroeven en koppe-
ling (7) verwijderen.
Daarvoor bij aandrijving met "mem-
braanstang uitgaand", vooral bij de uit-
voering met de voorgespannen veren,
de aandrijving met een steldruk be-
krachtigen, die hoger is dan de signaal-
bereik-aanvangswaarde (zie type-
plaat), zodat de ringmoer kan worden
losgedraaid.
Aansluitend de steldruk weer wegne-
men.
2. Aandrijving van juk van het ventiel weg-
nemen.
9
EB 8051