drukken, dan de koppelings- en contra-
moer naar beneden draaien.
2. koppelingshelften (7) en slagmoer (8.2)
van de aandrijving afschroeven.
Slagmoer over de klepstang van het
ventiel schuiven.
3. Aandrijving op juk (5.3) plaatsen en
met slagmoer (8.2) vastschroeven.
8
8.2
4.2
5.1
1.1
1
Fig. 2 ⋅ Doorsnede tekeningen
Samenbouw ventiel en aandrijving
4. Nom. signaalbereik (resp. nom. signaal-
bereik met voorgespannen veren) en
werkingstype van de aandrijving van
de typeplaat aflezen (bijv. 0,2...1 bar
en "membraanstang uitgaand".
De onderste waarde (0,2 bar) van het sig-
naalbereik komt overeen met de in te stellen
aanvangswaarde voor het signaalbereik,
8.6
8.4
8.3
8.5
8.1
5.5
7
6.1
6.2
6
5.2
5.4
5.3
5
1
Ventielhuis
3
1.1 Pakking
2
2
Zitting
3
Klep
4.2 PTFE-V-ring-
pakking
5
Bovendeel ventiel
5.1 Moer
5.2 Draadbus
5.3 Juk
5.4 Moer voor 5.3
8.5
6
Klepstang
6.1 Koppelingsmoer
6.2 Contramoer
7
Koppeling
8
Aandrijving
8.1 Membraanstang
8.2 Moer voor 8
8.3 Membraan
8.4 Veer
8.5 Steldrukaansluiting
8.6 Ontluchting
EB 8051
5