Anleitung_BT_AC_400_50_SPK2:_
6.4 Montage van de luchtfilter (1)
Verwijder de transportstoppen met een
schroevendraaier of iets dergelijks en schroef de
luchtfilters (1) op het apparaat vast. (Fig. 10)
6.5. Netaansluiting
De compressor is voorzien van een netkabel met
veiligheidsstekker. Deze kan worden
aangesloten op elk veiligheidsstopcontact 230 V
~ 50Hz dat beveiligd is door een zekering van 16
ampère.
De motor heeft een overbelastingsschakelaar
(fig. 3, pos. 16). Bij overbelasting van de
compressor schakelt deze schakelaar de
compressor automatisch uit om de compressor
te beschermen tegen oververhitting. Als de
overbelastingsschakelaar reageert, schakelt u de
compressor met de AAN/UIT-schakelaar (8) uit;
wacht dan eventjes tot de compressor is
afgekoeld. Druk dan de
overbelastingsschakelaar (16) in en schakel de
compressor terug in.
Lange toevoerleidingen alsook verlengkabels,
kabeltrommels enz. leiden tot spanningsverlies
en kunnen het starten van de motor beletten.
Bij temperaturen onder +5°C start de motor
eventueel moeilijk ten gevolge van stroefheid.
6.6 AAN/UIT-schakelaar (8)
U schakelt de compressor in door de knop (8) uit te
trekken.
Om de compressor uit te schakelen moet u de knop
(8) indrukken. (fig. 2)
6.7 Drukafstelling: (fig. 1)
Met de drukregelaar (7) kan de druk op de
manometer (6) worden afgesteld.
De afgestelde druk kan op de snelkoppeling (5)
worden ontnomen.
6.8 Afstelling van de drukschakelaar
De drukschakelaar werd door de fabriek afgesteld.
Inschakeldruk
Uitschakeldruk
6.9 Montage van de transportgreep (fig. 8)
Schuif de transportgreep (9) de houders aan de bak
in. Schroef dan de transportgreep vast m.b.v. de
bevestigingsschroeven (K).
04.03.2011
10:08 Uhr
7. Schoonmaken en onderhouden
Let op!
Trek vóór alle schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheid de netstekker uit het
stopcontact.
Let op!
Wacht tot de compressor helemaal is
afgekoeld! Gevaar om brandwonden op te
lopen!
Let op!
Vóór alle schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheden dient de ketel
drukloos te worden gemaakt.
7.1 Reiniging
Hou de veiligheidsinrichtingen zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het apparaat met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
Het is aan te bevelen het apparaat direct na elk
gebruik schoon te maken.
Maak het apparaat regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep schoon. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het apparaat kunnen
aantasten. Zorg ervoor dat geen water binnen in
het apparaat terechtkomt.
Slang en spuitgereedschap moeten vóór de
schoonmaakbeurt van de compressor worden
gescheiden. De compressor mag niet met water,
oplosmiddelen of iets dergelijks schoon worden
gemaakt.
7.2 Condenswater (fig. 5)
Let op! Voor een duurzame bestendigheid van het
drukvat (2) dient het condensatiewater na elk gebruik
te worden afgelaten door de aftapschroef (11) open
te draaien.
6 bar
Let op! Het condenswater uit het drukvat
8 bar
bevat olieresten.
Ontdoet u zich van het condenswater op een
milieuvriendelijke manier en deponeer het op
een overeenkomstige inzamelplaats.
7.3 Veiligheidsklep (10)
De veiligheidsklep is afgesteld op de maximaal
toegestane druk van de druktank. Het is niet
toelaatbaar de veiligheidsklep te verstellen of de
verzegeling ervan te verwijderen.
Seite 27
NL
27