Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden
ingedrukt. Nadat de computer zichzelf heeft uitgeschakeld, wacht u 10
tot 15 seconden voordat u de computer weer inschakelt door op de
aan/uit-knop te drukken.
Slaapstand
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder
dat u de software hoeft sluiten door de computer in de slaapstand te
zetten. In deze modus worden de gegevens opgeslagen in het
hoofdgeheugen van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was
gebleven wanneer u de computer weer inschakelt.
Als u de computer moet uitschakelen aan boord van een vliegtuig of op
een plaats waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend,
dient u de computer altijd helemaal uit te zetten. Hierbij moet u ook functies
voor draadloze communicatie uitschakelen en instellingen annuleren die de
computer automatisch activeren, zoals een opnametimer. Als u de
computer niet volledig op deze manier uitschakelt, kan het
besturingssysteem opnieuw worden geactiveerd en voorgeprogrammeerde
taken uitvoeren of niet-opgeslagen gegevens opslaan en zo luchtvaart- of
andere systemen verstoren, wat mogelijk ernstig letsel kan veroorzaken.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan
bestaat het risico dat de computer of de geheugenmodule schade
oploopt.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat (tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten).
Gegevens in het geheugen kunnen dan verloren gaan.
Schakel niet over naar de slaapstand terwijl gegevens worden
overgezet naar externe media, zoals USB-apparaten, geheugenmedia
of andere externe geheugenapparaten. Doet u dit toch, dan gaan
gegevens verloren.
Als de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand
gezet op basis van de instellingen in Energiebeheer (dat u opent via
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer).
Gebruikershandleiding
2-9