INSTALLATIE-INSTRUCTIES – DUBBELE BRANDSTOF
AANSLUItING OP DE GAStOEVOEr
De inlaat van het fornuis is ½"
BSP intern geplaatst in de rechter
hoek op de achterzijde. Bevestig de
bajonetverbinding. Dit dient zodanig
te worden geplaatst dat de flexibele
aansluitslang geen kinken vertoont.
De flexibele aansluiting mag in geen enkel
geval contact maken met de verticale
ovenrookkanalen op de achterzijde van
het apparaat.
Gebruik een flexibele aansluiting met een
lengte van 900mm - 1125mm.
Zorg ervoor dat al het leidingwerk de
juiste specificaties heeft wat betreft beide
afmeting en temperatuur.
Aardgas – Flexibele aansluiting moet
voldoen aan BS 669. Apparaatonderdelen
die waarschijnlijk in contact zullen komen
met een flexibele aansluiting hebben een
temperatuurverhoging van minder dan 70°C.
Controleer alle aansluitingen na installatie
op een goede gasverzegeling.
INbEDrIjFStELLING
branderventilatie
Alle branders hebben een vaste ventilatie
die niet aangepast kan worden.
Kookpitbrander
Draai de bedieningsknop naar de
VOLLEDIG AAN positie en wacht
een seconde voordat u op de
ontstekingsschakelaar drukt of een
lucifer of dunne kaars gebruikt om
de brander in te schakelen. Houd de
bedieningsknop 15 seconden ingedrukt.
Houd de bedieningsknop nooit langer dan
15 seconden ingedrukt. Mocht de brander
binnen deze tijd niet activeren, laat de
bedieningsknop dan los en wacht een
minuutje voordat u het weer probeert.
Controleer de werking van elektrische
componente:
Klokprogrammering/minuutherinnering
Controleer functies zoals eerder
beschreven in deze documentatie.
Ovenlampje & convectieventilator
Open de hoofdovendeur. Draai de
bedieningsknop van de hoofdoven
naar de ontdooistand, controleer of het
ovenlampje en de convectieventilator
beide aan gaan. Draai de bedieningsknop
terug naar de stand uit.
Koelventilator
Open de grilldeur. Draai de
grillbedieningsknop naar de maximum
vermogeninstelling. Controleer of de
koelventilator begint te werken. Draai de
bedieningsknop terug naar stand uit en
controleer of de koelventilator onmiddellijk
uitschakelt.
Dekselveiligheidssysteem
(indien bevestigd)
Ontsteek alle kookpitten inclusief de
wokbrander. Probeer het deksel te sluiten
en controleer of alle vlammen door het
veiligheidssysteem worden gedoofd.
Als u tevreden bent dat het fornuis goed
werkt, kunt u het uitschakelen en de klant
laten zien hoe het gebruikt moet worden.
Zorg ervoor de klant te vragen de klok
(indien bevestigd) en bedieningen uit te
proberen.
Leg aan de klant uit dat het
dekselveiligheidssysteem niet moet
worden gebruikt als een uitschakelfunctie
van de kookpitten. Bedieningsknoppen
moeten na gebruik altijd naar de stand uit
worden gedraaid.
Opmerking – Als het fornuis niet
correct werkt, dient u de klant over
het probleem te informeren en een
waarschuwingssticker op het fornuis
te plakken. Mocht het een gevaarlijk
probleem zijn, ontkoppel dan onmiddellijk
het fornuis. Als er een defect is,
dient u de klant te adviseren contact
op te nemen met de plaatselijke
servicevertegenwoordiging van de
fabrikant of het verkoopadres.
Geef voordat de installatie is voltooid
de handleiding aan de klant.