Als het apparaat is voorzien van ventilatieopeningen in de
•
basis, mogen deze niet worden afgedekt met bijv. een
vloerkleed.
Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
•
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet
opnieuw worden gebruikt.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus
mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Gebruik het apparaat niet voordat u het in
de ingebouwde structuur installeert
omwille van veiligheidsredenen.
• Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
• Installeer of gebruik het apparaat niet op
een plek waar de temperatuur onder de
0 °C komt.
• Installeer het apparaat op een veilige en
geschikte plaats die aan alle installatie-
eisen voldoet.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op
een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
32
NEDERLANDS
• Zorg dat u de netstekker en het netsnoer
niet beschadigt. Indien de voedingskabel
moet worden vervangen, dan moet dit
gebeuren door onze Klantenservice.
• Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereikbaar
is.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
• Dit apparaat is voorzien van een 13 A
stekker. Als de zekering van de stekker
vervangen moet worden, moet een ASTA
(BS 1362)-zekering van 13-ampère
worden gebruikt (uitsluitend VK en
Ierland).
2.3 Wateraansluiting
• Beschadig de waterslangen niet.
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of er
nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet u, voordat de
nieuwe buizen worden aangesloten, het
water laten stromen tot het schoon en
helder is.
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het eerste
gebruik van het apparaat.
• De watertoevoerslang heeft een
veiligheidsventiel en een omhulsel met
een hoofdkabel aan de binnenkant.