Taakmodus gebruiken
Gebruik de functie Taakmodus om een enkele afdruktaak te maken van meerdere scans. U kunt
de ADF of de scannerglasplaat gebruiken. De instellingen voor de eerste scan worden gebruikt
voor de volgend scans.
1
2
3
4
5
6
7
Opmerking
Als u in de taakmodus de eerste pagina van een document scant met de ADF, moet u alle pagina's
van dit document scannen met de ADF. Als u de eerste pagina van een document scant met de
scannerglasplaat, moet u alle pagina's van dit document scannen met de scannerglasplaat.
Kopieerinstellingen aanpassen voor de huidige taak
U kunt uw kopieën aanpassen door het contrast te wijzigen, het formaat te verkleinen of te
vergroten of door de kwaliteit te verbeteren.
Het contrast van de kopie aanpassen
U kunt het contrast aanpassen door de pijlen op de besturingsbalk Contrast aan te raken. De
schuifregelaar gaat naar het lichtere of donkere gedeelte van de besturingsbalk Contrast.
Kopieën verkleinen of vergroten
De MFP heeft een functie voor autoschalen. Als het originele papierformaat verschilt van dat van
de kopie, kan de MFP dit automatisch detecteren. De gescande afbeelding van de originele
pagina wordt automatisch zodanig verkleind of vergroot zodat deze overeenkomt met het
papierformaat van de kopie. U kunt autoschalen negeren door de functie voor verkleinen en
vergroten te gebruiken.
De MFP kan kopieën verkleinen tot 25% van de grootte van het origineel, en vergroten tot 400%
van de grootte van het origineel (200% bij gebruik van de ADF).
Als u uw kopieën wilt verkleinen of vergroten, raakt u de pijlen op de knop Verkleinen/
vergroten aan totdat u het gewenste formaat bereikt. Het vak voor schaalpercentage in het
midden van de knop Verkleinen/vergroten geeft het percentage verkleining of vergroting aan.
U kunt ook 100% aanraken om het toetsenbord weer te geven, zodat u het gewenste getal kunt
typen. Raak OK aan om de wijzigingen op te slaan.
Kopieën verbeteren
U kunt de kwaliteit van het document verhogen door Verbeteren aan te raken, zodat u toegang
krijgt tot het scherm Verbeteren.
80 Hoofdstuk 4 Kopiëren
Raak Kopiëren aan.
Raak Beschrijf origineel aan.
Raak Geavanceerd aan.
Raak in het selectievakje Taakmodus de optie Aan aan.
Selecteer zo nodig uitvoerinstellingen.
Na het scannen van elke pagina wordt u gevraagd om meer pagina's.
Voer één van de volgende handelingen uit:
• Als de taak meer pagina's bevat, laadt u de volgende pagina en drukt u vervolgens
op
.
S
TART
• Als de taak niet meer pagina's bevat, raakt u Voltooien aan om af te drukken.
NLWW