BLUETOOTH Setup
BLUETOOTH-instelling
De handrem moet ingeschakeld zijn om toegang te krijgen tot het
scherm met instellingen. Als u tijdens het rijden dit scherm tracht
te openen, wordt de waarschuwing "Unable to operate while
driving" weergegeven.
Stappen 1 tot 5 hieronder zijn algemene handelingen voor elk
"instellingsitem" van BLUETOOTH Setup. Raadpleeg elke
sectie voor meer informatie.
1
Raak het pictogram [Setup] aan op de bovenste
balk.
Het hoofdscherm Setup wordt weergegeven.
2
Raak
(BLUETOOTH) aan.
Het scherm BLUETOOTH Setup verschijnt.
3
Selecteer het gewenste item.
Instellingsitems:BLUETOOTH / BLUETOOTH info / BLUETOOTH-
apparaat Instellen / AutoConnect / Passcode
Change / Standaard Telefoonboek Codering /
Automatisch Antwoorden / Tijd automatisch
antwoorden / Telefoon speaker / Ontvang
Volume / Zend Volume / Bel Volume /
Oproepgeschiedenis wissen
4
Raak [
] of [
] enz. aan om de instellingen te
veranderen.
• Wanneer het pop-upvenster met instellingen wordt
weergegeven, raakt u [
instelling te hebben doorgevoerd.
5
Raak [
] aan om naar het vorige scherm terug te
keren.
• Zet de contactsleutel niet op OFF onmiddellijk na het wijzigen van
de instellingen onder BLUETOOTH Setup (terwijl het systeem
automatisch gegevens schrijft). Anders zijn de instellingen mogelijk
niet gewijzigd.
• Voor meer informatie over het doorbladeren van de lijst, raadpleeg
"Een item in een lijst selecteren" (pagina 24).
BLUETOOTH-instelling
U kunt [BLUETOOTH] selecteren in het menu BLUETOOTH Setup
bij stap 3. Zie "BLUETOOTH-instelling" (pagina 53).
Instellingsitem: BLUETOOTH
Inhoud instelling: Off / On (oorspronkelijke instelling)
] aan om het venster te sluiten na de
Off:
De BLUETOOTH-functie wordt niet gebruikt.
On:
Selecteer dit als u een telefoon die BLUETOOTH
ondersteunt, wilt koppelen met dit toestel.
• Als de Bluetooth-instelling op "Off" staat, kunt u niet overschakelen
naar het scherm met BLUETOOTH-instellingen.
BLUETOOTH-informatie weergeven
U kunt [BLUETOOTH Info] selecteren in het menu BLUETOOTH
Setup bij stap 3.
Zie "BLUETOOTH-instelling" (pagina 53).
U kunt de naam van het BLUETOOTH-apparaat en het apparaatadres
van dit toestel weergeven.
Instellingsitem: BLUETOOTH Info
Het BLUETOOTH-apparaat registreren
U kunt [BLUETOOTH-apparaat Instellen] selecteren in het menu
BLUETOOTH Setup bij stap 3.
Zie "BLUETOOTH-instelling" (pagina 53).
Het BLUETOOTH-apparaat wordt gebruikt als er vanaf dit toestel een
aansluitbaar apparaat dat BLUETOOTH ondersteunt, wordt gezocht en
verbonden of als er een nieuw apparaat dat BLUETOOTH ondersteunt,
wordt geregistreerd.
1
Raak [Set BLUETOOTH Device] aan.
2
Raak [Search] aan bij "No Device".
De Toestellenlijst laat tot maximaal 10 items zien.
3
Raak [Audio], [Hands-free] of [Both] aan van het
apparaat dat u wilt aansluiten uit de lijst.
Audio:
stelt het gebruik in als Audio-apparaat
Hands-free: stelt het gebruik in als handenvrij-apparaat.
Both:
stelt het gebruik in als zowel een audio-apparaat
als een handenvrij-apparaat.
• U kunt maximaal 5 BLUETOOTH-compatibele mobiele
telefoons aansluiten (koppelen).
4
Wanneer de toestelregistratie voltooid is, zal er een
bericht weergegeven worden en het toestel terug
gaan naar de normale modus.
• Het BLUETOOTH-registratieproces verschilt afhankelijk van de
toestelversie en SSP (Simple Secure Pairing). Als er een wachtwoord
op dit toestel wordt weergegeven dat uit 4 of 6 karakters bestaat,
moet u dit wachtwoord invoeren op het BLUETOOTH-apparaat.
Als er een wachtwoord dat uit 6 karakters bestaat wordt weergegeven
op dit toestel, dient u ervoor te zorgen dat hetzelfde wachtwoord op
het BLUETOOTH-apparaat wordt getoond. Raak vervolgens "Ja"
aan.
• Als er 5 apparaten geregistreerd zijn, kunt u geen 6e apparaat
registreren. Om nog een apparaat te registreren, dient u eerst een van
de apparaten te verwijderen op positie 1 tot 5.
Het BLUETOOTH-apparaat instellen
Selecteer een van 5 gekoppelde apparaten die BLUETOOTH
ondersteunen die u voordien hebt geregistreerd.
1
Raak [BLUETOOTH Apparaat Instellen] aan.
2
Raak [Audio] of [Hands-free] aan van het apparaat
dat u wilt aansluiten uit de Gekoppelde
Apparatenlijst.
53
-NL