Opbouw en functie
Lastoorts (bedieningsvarianten)
5.8.3
Up/down-snelheid:
Werking
Up-toets indrukken en ingedrukt houden:
stroomverhoging tot het bereiken van de op de stroombron ingestelde maximumwaarde (hoofdstroom).
Down-toets indrukken en ingedrukt houden:
stroomverlaging tot het bereiken van de minimumwaarde.
De instelling van de parameter Up-/Down-snelheid
apparaatconfiguratiemenu > zie hoofdstuk 5.13 uitgevoerd en de snelheid wordt door een stroomwijziging
uitgevoerd.
5.8.4
Stroomsprong
Door het kort indrukken van de desbetreffende toortsknop kan een sprongbreedte van de lasstroom
worden ingesteld. Door opnieuw op de toortsknop te drukken springt de lasstroom omhoog of omlaag
naar de ingestelde waarde.
De instelling van parameter stroomsprong
uitgevoerd > zie hoofdstuk 5.13.
5.8.5
TIG-standaardtoorts (5-polig)
Standaardtoorts met één toortsknop
Afbeelding
Functies
Lasstroom Aan/Uit
Daalstroom (4-takt werkwijze)
80
wordt in het apparaatconfiguratiemenu
Bedieningselem
Verklaring van de gebruikte pictogrammen
enten
BRT1 = toortsknop 1 (lasstroom Aan/Uit; daalstroom via
tiptoetsfunctie)
wordt in het
Modus
1
(af fabriek)
Bedieningseleme
nten
099-000109-EW505
23.08.2018