Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Omgevingscondities; Tijdens Gebruik; Transport En Opslag; Koeling Apparatuur - EWM Tetrix 351 AC/DC Synergic FW Bedieningshandleidingen

Verberg thumbnails Zie ook voor Tetrix 351 AC/DC Synergic FW:
Inhoudsopgave

Advertenties

5.1.2

Omgevingscondities

Het apparaat mag niet in de buitenlucht en uitsluitend op een passende, stabiele en vlakke
ondergrond opgesteld en gebruikt worden!
De exploitant moet voor een slipvaste, vlakke ondergrond en voldoende verlichting van de
werkplaats zorgen.
De veilige bediening van het apparaat moet altijd gegarandeerd zijn.
Materiële schade door verontreinigingen!
Ongewoon hoge hoeveelheden stof, zuren, corrosieve gassen of substanties het apparaat
beschadigen (onderhoudsintervallen in acht nemen > zie hoofdstuk 6.3).
Hoge hoeveelheden rook, damp, oliedamp, slijpstoffen en corrosieve omgevingslucht
vermijden!
5.1.2.1

Tijdens gebruik

Temperatuurbereik van de omgevingslucht:
-25 °C tot +40 °C (-13 °F tot 104 °F)
relatieve luchtvochtigheid:
tot 50 % bij 40 °C (104 °F)
tot 90 % bij 20 °C (68 °F)
5.1.2.2

Transport en opslag

Opslag in afgesloten ruimte, temperatuurbereik van de omgevingslucht:
-30 °C tot +70 °C (-22 °F tot 158 °F)
Relatieve luchtvochtigheid
tot 90 % bij 20 °C (68 °F)
5.1.3

Koeling apparatuur

Gebrekkige ventilatie resulteert in vermindering van de capaciteit en schade aan het apparaat.
Omgevingsvoorwaarden in acht nehmen!
In- en uitlaatopening voor koellucht vrijhouden!
Minimumafstand van 0,5 m tot hindernissen respecteren!
5.1.4

Werkstukleiding, algemeen

Verbrandingsgevaar door onvakkundige lasstroomaansluiting!
Door niet-vergrendelde lasstroomstekkers (apparaataansluitingen) of vuil aan de
werkstukaansluiting (verf, corrosie) kunnen deze aansluitpunten en kabels heet worden
en bij aanraking brandwonden veroorzaken!
Controleer dagelijks de lasstroomaansluitingen en vergrendel eventuele niet-vergrendelde
aansluitingen.
Maak de werkstukaansluitplekken grondig schoon en zorg voor een veilige bevestiging!
Gebruik de constructiedelen van het werkstuk niet als retourleiding van de lasstroom!
5.1.5

Koeling van de lastoorts

Onvoldoende antivries in het lastoortskoelvloeistof!
Afhankelijk van de omgevingsomstandigheden worden er verschillende vloeistoffen voor de
koeling van de lastoorts gebruikt > zie hoofdstuk 5.1.5.1.
Koelvloeistof met antivries (KF 37E of KF 23E) moet op regelmatige intervallen op voldoende
antivries worden gecontroleerd om beschadiging van het apparaat of accessoires te voorkomen.
De koelvloeistof moet met de antivriestester TYP 1 op voldoende antivries worden
gecontroleerd.
Koelvloeistof met onvoldoende antivries eventueel vervangen!
099-000109-EW505
23.08.2018
VOORZICHTIG
Opbouw en functie
Transport en installatie
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave