Inhoudsopgave
Advertenties
Andere manieren om een fax
te verzenden
Groepsverzenden (faxen naar meerdere
bestemmingen verzenden)
U kunt de knop Broadcasting gebruiken om een fax naar meerdere
bestemmingen te verzenden. Uw documenten worden automatisch
opgeslagen in het geheugen en naar een extern faxapparaat verzonden.
Na verzending worden de documenten automatisch uit het geheugen gewist.
1
Plaats originelen met de bedrukte zijde naar boven of plaats een
enkel origineel op de glasplaat met de bedrukte zijde naar beneden.
Zie pagina 5.1 voor meer informatie over het laden van originelen.
2
Pas de resolutie en helderheid van het document naar wens aan.
Zie pagina 9.1.
3
Druk op Broadcasting.
4
Voer het nummer in van het eerste ontvangende faxapparaat
en druk op Enter.
U kunt snelkiesnummers gebruiken. Zie pagina 10.3 voor meer
informatie.
U wordt nu gevraagd het volgende faxnummer in te voeren.
5
Druk op 1 om meerdere faxnummers in te voeren en voer het
volgende nummer in. U kunt maximaal 209 bestemmingen ingeven.
NB
U kunt de groepskiesnummers niet gebruiken voor een
ander faxnummer.
6
Als u met het invoeren van faxnummers klaar bent, drukt u op 2 bij
de prompt Another No.
Het document wordt in het geheugen opgeslagen voordat het wordt
verzonden. In het display verschijnt de geheugencapaciteit en het
aantal pagina's dat in het geheugen is opgeslagen.
7
Als er een origineel op de glasplaat ligt, plaatst u een ander origineel
en drukt u op 1 om een volgende pagina toe te voegen.
Druk als u klaar bent op 2 bij de prompt Another Page ?.
Het apparaat begint met het verzenden van de fax naar de verschillende
nummers in de volgorde waarin deze zojuist zijn ingevoerd.
Een uitgestelde fax verzenden
U kunt het apparaat zo instellen dat een fax op een later tijdstip (tijdens
uw afwezigheid) wordt verzonden.
1
Plaats originelen met de bedrukte zijde naar boven of plaats een
enkel origineel op de glasplaat met de bedrukte zijde naar beneden.
Zie pagina 5.1 voor meer informatie over het laden van originelen.
2
Pas de resolutie en helderheid van het document naar wens aan.
Zie pagina 9.1.
3
Druk op Menu tot Fax Feature verschijnt op de bovenste regel van
het display.
4
Druk op Enter als DelayFax verschijnt.
5
Voer met de cijfertoetsen het faxnummer van het ontvangende
faxapparaat in en druk op Enter.
U kunt snelkiesnummers of groepskiesnummers gebruiken.
Zie pagina 10.3 voor meer informatie.
U wordt nu gevraagd een volgend faxnummer in te voeren.
6
Om meerdere faxnummers in te voeren drukt u op 1 om Yes te selecteren.
7
Als u met het invoeren van faxnummers klaar bent, drukt u op 2 om
No te selecteren bij de prompt Another Page ?.
8
Voer de gewenste taaknaam in en druk op Enter.
Zie pagina 2.3 voor meer informatie over het invoeren van lettertekens.
Sla deze stap over als u de faxtaak geen naam wilt geven.
9
Voer de gewenste verzendtijd in met behulp van de cijfertoetsen
en druk op Enter.
NB
Als u een tijdstip instelt dat vroeger is dan de actuele tijd,
wordt de fax de volgende dag op het ingestelde tijdstip
verzonden.
Het document wordt in het geheugen opgeslagen voordat het wordt
verzonden. In het display verschijnt de geheugencapaciteit en het
aantal pagina's dat in het geheugen is opgeslagen.
10 Als er een origineel op de glasplaat ligt, plaatst u een ander origineel
en drukt u op 1 om een volgende pagina toe te voegen.
Druk als u klaar bent op 2 bij de prompt Another Page ?.
Het apparaat keert terug naar de standby-modus. Het display
herinnert u eraan dat het apparaat in de stand-bymodus staat
en dat er een uitgesteld faxbericht actief is.
9.6
<Faxen>
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
