Gebruik MIDI functionaliteit
■ Master Volume
F0 7F 7F 04 01 vL vM F7
Aangezien een Master Volume bericht een gegevensbereik van 00 00-7F 7F heeft, en we het
bereik niet in te hoeven voeren, gebruiken we de Basisfunctie. Aangezien de twee bytes met
gegevens op de volgorde LSB en vervolgens MSB staan, selecteren we bij het invoeren van de
gegevens 'DT3'.
1. Druk op de [EDIT] knop.
Het beeldvenster geeft 'EDT' weer.
2. Beweeg de regelaar waaraan u het systeem exclusieve bericht wilt toewijzen iets. Druk op
de betreffende knop, als het om een knop gaat.
Het beeldvenster geeft het nummer van de geselecteerde regelaar weer.
3. Controleer wat er wordt weergegeven en druk op de [ENTER] knop.
4. Druk op de [SYSTEM Ex.] toets.
Het beeldvenster geeft 'SE0' weer.
5. Controleer wat er wordt weergegeven en druk op de [ENTER] knop.
Het beeldvenster geeft 'F0' weer. Dit is de eerste byte (beginstatus) van een systeem exclusief
bericht. Dit kan niet worden gewijzigd.
6. Controleer wat er wordt weergegeven en druk op de [ENTER] knop.
7. Gebruik de [7] en [F] toetsen om de tweede byte '7F" in te voeren.
8. Controleer wat er wordt weergegeven en druk op de [ENTER] knop.
9. Voer op dezelfde wijze de derde, vierde en vijfde byte in.
10. De zesde byte is het gegevensgebied. Druk daarom op de [DATA] toets en druk
vervolgens op [3].
Het beeldvenster geeft 'DT3' weer.
11. Controleer wat er wordt weergegeven, en druk op de [ENTER] knop.
12. Aangezien we als zesde byte 'DT3' hebben geselecteerd, wordt de zevende byte
automatisch als gegevensgebied aangewezen en kan deze niet worden gewijzigd.
13. Controleer wat er wordt weergegeven, en druk op de [ENTER] knop.
14. Gebruik tenslotte de [F] en [7] toetsen om de eindstatus byte 'F7' in te voeren.
15. Controleer wat er wordt weergegeven en druk op de [ENTER] knop.
16. Voer de uitgaande poort in (➔ 'De poort specificeren (p. 59)).
17. Voer, als u iets aan een knop toewijst de knopfunctie in.
(➔'De knopfunctie specificeren' (p. 59)).
Het Master Volume bericht is nu toegewezen.
78