fig.panelC_60
17
16
Regelaars [L1]-[L3]
U kunt aan deze regelaars MIDI berichten
16
toewijzen.
(➔'MIDI berichten toewijzen' (p. 56))
17
TRANSPOSE/ENTER knop
Gebruik [TRANSPOSE] + [OCTAVE -/+]
18
om de toonhoogte van het keyboard in
stappen van een halve toon te transponeren.
Als u zich in een andere functie dan de
PLAY functie bevindt, functioneert deze
tevens als [ENTER] knop, die u moet
19
indrukken om de instellingen, die u heeft
gemaakt, te bevestigen.
18
OCTAVE -/+
Druk op [OCTAVE -/+] om de toonhoogte
van het keyboard in stappen van een octaaf
omhoog of omlaag te verschuiven. Gebruik
deze knoppen, als u zich niet in de PLAY
functie bevindt, om naar het voorgaande
instellingsitem terug te gaan (de [BACK]
knop) of om de instelling te annuleren en
naar de PLAY functie terug te keren (de
[CANCEL] knop).
19
BENDER handel
Deze handel kan worden gebruikt om de
toonhoogte aan te passen of vibrato toe te
passen.
Namen van onderdelen en hun functie
13