Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruik MIDI functionaliteit
■ Geavanceerde functie
Met behulp van de geavanceerde functie 1 van NOOTTOEWIJZING kunt u naast de items
van de basisfunctie ook de velocity waarde aangeven.
1. Druk op de [EDIT] knop.
2. Beweeg de regelaar waaraan u een nootbericht wilt toewijzen iets. Druk op de betreffende
knop, als het om een knop gaat.
Het beeldvenster geeft het nummer van de geselecteerde regelaar weer.
3. Controleer of het beeldvenster het juiste regelaarnummer weergeeft, en druk op de
[ENTER] knop.
4. Druk op de [NOTE] knop en druk vervolgens op de [1] toets.
Het beeldvenster geeft 'NT1' weer.
5. Druk op de [ENTER] knop.
6. Voer het kanaal in.
7. Druk op de [ENTER] knop.
8. Voer het nootnummer in.
fig.v
9. Druk op de [ENTER] knop.
Het beeldvenster geeft 'V-' weer.
10. Voer de velocity in.
fig.p
11. Druk op de [ENTER] knop.
Het beeldvenster geeft 'P-' weer.
12. Voer de uitgaande poort in (➔ 'De poort specificeren' (p. 59)).
13. Voer, als u een toewijzing aan een knop doet, de knopfunctie in (➔ 'De knopfunctie
specificeren' (p. 59)).
• Als u [S1--S8] [R1--R8] of [P2] op NOTE ASSIGN heeft ingesteld, wordt de aangegeven
velocity waarde verzonden zodra de regelaar op zijn maximale stand staat. Als de regelaar
iets onder de maximale stand wordt bewogen, worden er nootberichten met een velocity
waarde van 0 verzonden.
• Als u deze functie aan [B1-B6] of [P2] toewijst, wordt de aangegeven velocity waarde
verzonden zodra u de regelaar inschakelt. Als u de regelaar uitschakelt, wordt er
nootbericht met een velocity waarde van 0 verzonden.
*1 Het -- gedeelte geeft aan welke waarde op dit moment is ingesteld. Als deze niet is ingesteld, wordt de standaardinstelling weergegeven.
58
De standaardinstelling wordt weergegeven, zelfs als u het type of de functie van het MIDI bericht dat is toegewezen wijzigt. Deze blijft
verlicht zolang de waarde hetzelfde is als de huidig ingestelde waarde, of gaat knipperen als de waarde anders is.
*1 Verwijzing
*1 Verwijzing
Advertenties
Inhoudsopgave
