Gebruik MIDI functionaliteit
AFTERTOUCH TOEWIJZEN
Zo wijst u aan een regelaar een aftertouch bericht toe.
Functie
Basisfunctie
Geavanceerde
functie 1
Geavanceerde
functie 2
Geavanceerde
functie 3
■ Basisfunctie
fig.edt
1
Druk op de [EDIT] knop.
Het beeldvenster geeft 'EDT' weer.
fig.r-1
2
Beweeg de regelaar waaraan u een aftertouch bericht wilt toewijzen iets.
Druk op de betreffende knop, als het om een knop gaat.
Het beeldvenster geeft het nummer van de geselecteerde regelaar weer.
3
Controleer of het beeldvenster het juiste regelaarnummer weergeeft, en druk
op de [ENTER] knop.
fig.at0
4
Druk op de [AFTERTOUCH] knop.
Het beeldvenster geeft ' AT0' weer.
fig.c
5
Controleer of de weergave knopt, en druk op de [ENTER] knop.
Het beeldvenster geeft 'C-' weer.
6
Voer het kanaal in. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de [0]-[F] knoppen
om het kanaal in te voeren.
7
Druk op de [ENTER] knop.
8
Voer, als u een toewijzing aan een knop doet, de knopfunctie in (➔ 'De knopfunctie
specificeren' (p. 59)).
*1 Het -- gedeelte geeft aan welke waarde op dit moment is ingesteld. Als deze niet is ingesteld, wordt de standaardinstelling weergegeven.
60
De standaardinstelling wordt weergegeven, zelfs als u het type of de functie van het MIDI bericht dat is toegewezen wijzigt. Deze blijft
verlicht zolang de waarde hetzelfde is als de huidig ingestelde waarde, of gaat knipperen als de waarde anders is.
Keyboard
Bericht
0
Kanaaldruk
1
Kanaaldruk
2
Polifonische toetsdruk
3
Polifonische toetsdruk
Waardebereik
0-127 (00-7FH)
Onder en bovengrens zijn toewijsbaar Toewijs-
0-127 (00-7FH)
Onder en bovengrens zijn toewijsbaar Toewijs-
Poort
POORT 1
baar
POORT 1
baar
*1 Verwijzing