Inhoudsopgave
Advertenties
■ Voor de basisfunctie of de geavanceerde functie 1
fig.f0
In het beeldvenster knippert 'F0'. Dit is de eerste byte (byte van de
begintoestand) van een systeem exclusief bericht. (Dit kan niet worden
gewijzigd).
7. Controleer wat er wordt weergegeven, en druk op de [ENTER] knop.
8. Gebruik de [0]-[F] knoppen om de tweede byte in te voeren.
9. Druk op de [ENTER] knop.
10. Voer de derde en volgende bytes op dezelfde wijze in.
11. Gebruik als u klaar bent met invoeren het keyboard om [F] en [7] in te voeren, waarmee u
de byte 'F7', die de eindtoestand aanduidt, invoert.
12. Druk op de [ENTER] knop.
13. Voer de uitgaande poort in (➔ 'De poort specificeren' (p. 59)).
14. Voer, als u een toewijzing aan een knop doet, de knopfunctie in (➔ 'De knopfunctie
specificeren' (p. 59)).
■ Voor de geavanceerde functie 2
fig.f-
Het beeldvenster geeft 'F-' weer.
7. Gebruik de [6], [8], [A]-[C], [F] toetsen om het systeembericht in te
voeren.
8. Druk op de [ENTER] knop.
9. Voer de uitgaande poort in (➔ 'De poort specificeren' (p. 59)).
■ Voor de geavanceerde functies 3 en 4.
fig.l–
Het beeldvenster geeft 'L-' weer.
7. Gebruik de [0]-[F] knoppen om het cijfer (decimaal) van de bytes die u
wilt invoeren aan te geven.
8. Druk op de [ENTER] knop.
9. Gebruik de [0]-[F] knoppen om de eerste byte in te voeren.
10. Druk op de [ENTER] knop.
11. Voer de derde en volgende bytes op dezelfde wijze in.
12. Nadat u het aantal bytes dat u in stap 7 heeft aangegeven heeft ingevoerd, controleert de
PCR-M30/50/80 of de berichten die u heeft ingevoerd daadwerkelijk geldige MIDI
berichten zijn. Als er zich een probleem voordoet, geeft het beeldvenster 'ERR' weer. In dit
geval dient u op de [ENTER] knop te drukken, zodat u naar stap 7 terugkeert, waar u de
waarden opnieuw kunt invoeren.
13. Geef in geval van de geavanceerde functie 4 de onder en bovengrens aan.
(➔ 'Het bereik van de waarden (onder en bovengrens) aangeven' (p. 62)).
14. Voer de uitgaande poort in (➔ 'De poort specificeren' (p. 59)).
15. Voer, als u een toewijzing aan een knop doet, de knopfunctie in (➔ 'De knopfunctie
specificeren' (p. 59)).
*1 Het -- gedeelte geeft aan welke waarde op dit moment is ingesteld. Als deze niet is ingesteld, wordt de standaardinstelling weergegeven.
De standaardinstelling wordt weergegeven, zelfs als u het type of de functie van het MIDI bericht dat is toegewezen wijzigt. Deze blijft
verlicht zolang de waarde hetzelfde is als de huidig ingestelde waarde, of gaat knipperen als de waarde anders is.
Gebruik MIDI functionaliteit
*1 Verwijzing
73
Advertenties
Inhoudsopgave
