Wees voorzichtig bij het aanraken van
•
de aangegeven kookgebieden van het
fornuis.
Gebruik de goede panmaat. Kies pannen
•
met een vlakke bodem die groot genoeg
zijn om het hele verhittingsgebied te
bedekken. Door gebruik van te kleine
pannen wordt een deel van de kookpit
blootgesteld aan rechtstreeks contact, wat
kleding kan doen ontbranden.
Slechts bepaalde soorten glas, glas-
•
keramiek, aardewerk of ander geglazuurde
containers zijn geschikt voor gebruik op
het warmtegebied; anderen zouden door
de plotselinge temperatuurverandering
kunnen breken.
Alleen schalen van bepaalde soorten
•
glas, glaskeramiek, aardewerk en andere
verglaasde schalen of kommen zijn geschikt
voor gebruik op de kookplaat; andere
soorten kunnen breken als gevolg van
de plotselinge temperatuurverandering.
Leg voedsel NOOIT rechtstreeks op het
kookoppervlak (Afb.1.4).
Slechts enkele soorten roestvrij stalen,
•
geëmailleerde stalen pannen of gietijzeren
pannen met geëmailleerde bodem
zijn geschikt voor het koken op een
inductiekookplaat.
Zorg ervoor dat u de oppervlakte NIET
•
krast bij het plaatsen van kookgerei op het
glaspaneel.
Laat de kookplaatgebieden NOOIT aan als
•
u deze niet gebruikt om op te koken.
Het keramische oppervlak mag dan zeer
•
sterk zijn, door een harde klap of een
vallend scherp voorwerp (bijvoorbeeld
een zoutvaatje) kan het oppervlak barsten
(Afb.1.5).
Indien u een barst in het oppervlak ontdekt,
•
dient u het fornuis los te koppelen en te
laten repareren.
Afb.1.4
ArtNo.312-0001 Not cooking surface
5
Nederlands
Afb.1.3
Afb.1.5