Afhandeling van oproepen
Het nummer van de contactpersoon kan de letters a-z en A-Z, de cijfers 0-9 en de vol-
gende speciale tekens bevatten: komma (,), spatie, koppelteken (-), punt (.), + , * , #, $,
&, !, ~, ?, +, =, |. Met een komma (,) wordt een pauze ingevoegd tijdens het kiezen.
6. Ga naar het volgende veld en kies het type nummer dat wordt ingevoerd: Werk, Thuis,
Mobiel.
7. Als u een ander nummer voor deze contactpersoon hebt, selecteert u het volgende
veld en herhaalt u de instructies in stappen 5 en 6.
U kunt maximaal vijf nummers invoeren voor deze contactpersoon, maar u kunt slechts
één nummer als primair aanwijzen.
8. Druk op Opslaan.
Een specifieke beltoon aan een contactpersoon toewijzen
U kunt de beltoon configureren die op uw telefoon wordt afgespeeld als uw telefoon een op-
roep ontvangt van een contactpersoon in uw lokale telefoonboek. Als u dus een inkomende
oproep ontvangt, kunt u de beller identificeren aan de hand van de beltoon die op uw telefoon
wordt afgespeeld. Als u voor een contactpersoon geen specifieke beltoon hebt ingesteld,
speelt de telefoon de standaardbeltoon af.
Procedure
1. Druk op Contact.
2. Selecteer de contactpersoon aan wie u een beltoon wilt toewijzen en druk op Details.
3. Druk op Bewerken.
4. Schuif naar Beltoon.
5. Druk op OK.
6. Gebruik de pijlen omhoog en omlaag van de navigatietoetsen om de gewenste beltoon
te kiezen en druk op OK.
7. Druk op Terug.
8. Druk op Opslaan.
De details van een contactpersoon weergeven
Procedure
1. Druk op Contact.
2. Selecteer de contactpersoon die u wilt bekijken.
3. Druk op Details om de beschikbare informatie voor die contactpersoon weer te geven.
U kunt een tweede of derde nummer van een contactpersoon uitsluitend kiezen door
Details te selecteren.
4. Druk op de juiste softkey om deze contactpersoon te bellen, de contactinformatie te be-
werken, de contactpersoon te verwijderen of naar het contactenscherm terug te keren.
Maart 2018
Avaya J169/J179 IP-telefoons (SIP) gebruiken
Commentaren voor dit document? infodev@avaya.com
30