U kunt een directe koers uitzetten en deze volgen vanaf
uw huidige positie naar een geselecteerde bestemming.
1 Selecteer een bestemming
pagina
30).
2 Selecteer Navigeren naar > Ga naar.
Er wordt een magenta lijn weergegeven. Een dunnere
paarse lijn in de magenta lijn geeft de gecorrigeerde
koers van uw huidige positie naar de bestemming aan.
De gecorrigeerde koers is dynamisch en beweegt met
uw boot mee wanneer u van de koers afwijkt.
3 Volg de magenta lijn en vermijd daarbij land, ondiep
water en andere obstakels.
4 Wanneer u van de koers bent afgeweken, volg dan
de paarse lijn (gecorrigeerde koers) om naar uw
bestemming te gaan of ga terug naar de magenta lijn
(directe koers).
U kunt ook de oranje pijl voor de sturen koers
gebruiken. Deze stelt een draairadius voor om uw boot
weer op koers te krijgen.
WAARSCHUWING
Controleer of er obstakels zijn op het pad voordat u de
koerswijziging uitvoert. Als het pad niet veilig is, brengt u
uw bootsnelheid terug en bepaalt u een veilig pad terug
naar de koers.
Stoppen met navigeren
Selecteer tijdens het navigeren vanuit een geschikte
kaart een optie:
• Selecteer Opties > Navigatie stoppen.
• Wanneer u met Auto Guidance navigeert, selecteert
u Opties > Navigatieopties > Navigatie stoppen.
• Selecteer
.
Waypoints
Waypoints zijn locaties die u vastlegt en in het toestel
opslaat. Met waypoints kunt u markeren waar u bent, waar
u naartoe gaat of waar u bent geweest. U kunt details
over de locatie toevoegen, zoals naam, hoogte en diepte.
Uw huidige positie als waypoint markeren
Selecteer vanuit een willekeurig scherm Markeer.
Een waypoint op een andere positie maken
1 Selecteer op een kaart Info > Waypoints > Nieuw
via-punt.
2 Selecteer een optie:
• Om het waypoint te maken door positiecoördinaten
in te voeren, selecteert u Voer coördinaten in en
voert u de coördinaten in.
• Om het waypoint te maken met behulp van
een kaart, selecteert u Gebruik kaart en daarna
achtereenvolgens de locatie en Via-punt maken.
• Als u het waypoint wilt maken met een bereik
(afstand) en peiling, selecteert u Voer bereik/
peiling in en voert u de gegevens in.
Navigatie met een kaartplotter
(Bestemmingen,
Een man-over-boordlocatie of een andere SOS-locatie
markeren
U moet een VHF-radio op de kaartplotter aansluiten
voordat u de kaartplotter kunt gebruiken om SOS-
oproepen te starten.
U kunt de kaartplotter gebruiken om een man-over-
boordlocatie of SOS-locatie te markeren. U kunt
vervolgens onmiddellijk naar de gemarkeerde locatie
navigeren. Als u een VHF-radio hebt aangesloten op de
kaartplotter, kunt u ook de SOS-informatie verzenden.
1 Selecteer SOS.
2 Selecteer Man-over-boord of het SOS-type.
3 Selecteer zo nodig Ja om naar de SOS-locatie te
navigeren.
Als u Ja hebt geselecteerd, zet de kaartplotter een directe
koers uit terug naar de locatie.
De oproepgegevens zijn naar de VHF-radio verzonden. U
moet de oproep via de marifoon verzenden.
Een waypoint projecteren
U kunt een nieuw waypoint maken door de afstand en
peiling vanaf een andere locatie te projecteren. Dit kan
nuttig zijn wanneer u een start- of finishlijn voor zeilraces
wilt maken.
1 Selecteer Info > Waypoints > Nieuw via-punt > Voer
bereik/peiling in.
2 Selecteer indien nodig een referentiepunt op de kaart.
3 Selecteer Voer bereik/peiling in.
4 Voer de afstand in en selecteer OK.
5 Geef de peiling op en selecteer OK.
6 Selecteer Via-punt maken.
Een lijst met alle waypoints weergeven
Selecteer een optie:
• Selecteer Info > Waypoints.
• Selecteer vanuit een kaart of 3D-kaartweergave
Opties > Waypoints.
Een opgeslagen waypoint bewerken
1 Selecteer Info > Waypoints.
2 Selecteer een waypoint.
3 Selecteer Bekijk > Wijzigen.
4 Selecteer een optie:
• Als u een naam wilt toevoegen, selecteert u Naam
en voert u de naam in.
• Als u het symbool wilt wijzigen, selecteert u
Symbool.
• Als u de positie van de waypoint wilt verplaatsen,
selecteert u Positie.
• Als u de diepte wilt wijzigen, selecteert u Diepte.
• Als u de watertemperatuur wilt wijzigen, selecteert u
Watertemp..
• Als u de opmerking wilt wijzigen, selecteert u
Opmerking.
31