OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar op
alle camera- en kaartplottermodellen. Raadpleeg de
camerahandleiding voor een lijst met beschikbare
functies. Om deze functie te kunnen gebruiken, moet de
camerasoftware mogelijk worden bijgewerkt.
Selecteer Opties in het infrarood videoscherm.
IR-blend: Hiermee selecteert u het infraroodeffect in de
modus MSX
®
(Multi-Spectral Dynamic Imaging) of de
modus CTV (Color Thermal Vision
effecten mengen.
IR/Zichtbaar: Hiermee geeft u een infraroodbeeld of
zichtbaar camerabeeld weer.
Scannen: Hiermee bekijkt u het omliggende gebied.
Vorst: Pauzeert het camerabeeld.
Wijzig kleuren: Hiermee selecteert u het kleurenschema
van het infraroodbeeld.
Wijzig scène: Hiermee selecteert u de modus voor
infraroodweergave, bijvoorbeeld dag, nacht, MOB of
afmeren.
Video-instellingen: Hiermee opent u meer video-
mogelijkheden.
Video-instellingen
Sommige camera's beschikken over aanvullende
instelmogelijkheden.
OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar op alle
camera- en kaartplottermodellen. Om deze functie te
kunnen gebruiken, moet de camerasoftware mogelijk
worden bijgewerkt.
Selecteer in het videoscherm Opties > Video-
instellingen.
Stel invoer in: Koppel de camera met een videobron.
Achteruitkijken: Hiermee keert u het beeld om als in een
achteruitkijkspiegel.
Stand-by: Hiermee plaatst u de camera in stand-bymodus
om stroom te besparen en de lens te beschermen
wanneer u de camera niet gebruikt.
Beginpositie: Hiermee gaat u terug naar de beginpositie
van de camera.
Scansnelheid: Hiermee stelt u in hoe snel de camera
beweegt tijdens het scannen.
Scanbreedte: Hiermee stelt u de breedte in van het
beeld dat tijdens het scannen door de camera wordt
vastgelegd.
Stabilisatie: Hiermee stabiliseert u het beeld met
mechanische middelen.
Weinig licht: Hiermee optimaliseert u de video voor
omgevingen met weinig licht.
Aspect: Hiermee stelt u de beeldverhouding in.
Ontwaseming: Hiermee optimaliseert u de video voor
mistige omgevingen.
Dynamisch bereik: Hiermee stelt u het bereik in op breed
of standaard.
Elektronische stabilisatie: Het beeld wordt
gestabiliseerd met beeldbewerking via software.
90
Licht: Regelt de geïntegreerde lichtbron van de camera
Naam: Hiermee kunt u een nieuwe naam instellen voor de
FLIR™ menu: Hiermee krijgt u toegang tot de instellingen
De camera met een videobron koppelen
Mogelijk moet u de camera koppelen met een videobron.
) en kunt u de
™
1 Selecteer in het videoscherm Opties > Bron.
2 Selecteer de camera.
3 Selecteer Video-instellingen > Stel invoer in.
4 Selecteer de video-invoer.
De bewegingen van videocamera's aansturen
Richt de camera niet op de zon of zeer heldere objecten.
Hierdoor kan schade aan de lens optreden.
Gebruik altijd de regelaars of knoppen op de kaartplotter
om de camera te verschuiven of te kantelen. Beweeg de
camera niet met de hand. Hierdoor kan schade aan de
camera optreden.
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als een
compatibele camera is aangesloten. Om deze functie
te kunnen gebruiken, moet de camerasoftware mogelijk
worden bijgewerkt.
U kunt de bewegingen van de aangesloten videocamera's
aansturen die verschuiven, kantelen en zoomen
ondersteunen.
Videocamera's bedienen met de knoppen op het
scherm
Met knoppen op het scherm kunt u PTZ (Pan-Tilt-Zoom)
camera's bedienen. Raadpleeg de camerahandleiding
voor een lijst met beschikbare functies.
1 Tik in een videoscherm op het scherm.
2 Selecteer een optie:
Een videocamera met gebaren bedienen
Als een videocamera in het netwerk bediening met
gebaren ondersteunt, kunt u PTZ-camera's bedienen met
gebaren die u direct op het scherm van de kaartplotter
maakt. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij de camera
voor een lijst met beschikbare functies.
om de omgeving te verlichten.
camera.
van de camera.
LET OP
De videoknoppen worden op het scherm
weergegeven.
• Met de zoomknop kunt u in- en uitzoomen.
• Met de kompasroos kunt u de camera draaien of
kantelen.
TIP: Houd de kompasroos ingedrukt om de camera
te blijven voortbewegen in de gewenste richting.
Video weergeven