Symbool Beschrijving
Testuitzending. Wordt weergegeven als het
noodsignaaltoestel van een vaartuig wordt
getest. Het gaat in dit geval niet om een
noodgeval.
Testuitzending weggevallen.
AIS-uitzendingen met testwaarschuwingen
inschakelen
Als u wilt voorkomen dat u een groot aantal
testwaarschuwingen en symbolen ontvangt in drukke
gebieden, zoals jachthavens, kunt het ontvangen van AIS-
testwaarschuwingen in- of uitschakelen. Als u een AIS-
noodtoestel wilt testen, moet u de kaartplotter inschakelen
om testwaarschuwingen te ontvangen.
1 Selecteer Instellingen > Alarmen > AIS.
2 Selecteer een optie:
• Als u EPRIB-testsignalen (Emergency Position
Indicating Radio Beacon) wilt ontvangen of negeren,
selecteert u AIS-EPIRB-testuitzending.
• Als u MOB-testsignalen (Man Overboard) wilt
ontvangen of negeren, selecteert u AIS-MOB-
testuitzending.
• Als u SART-testsignalen (Search and Rescue
Transponder) wilt ontvangen of negeren, selecteert
u AIS-SART-test.
AIS-ontvangst uitschakelen
De ontvangst van het AIS-signaal is standaard
ingeschakeld.
Selecteer Instellingen > Overige schepen > AIS >
Uit.
De AIS-functionaliteit wordt uitgeschakeld voor alle
kaarten en 3D-kaartweergaven. Dit is inclusief het
zoeken en volgen van AIS-schepen, het melden en
volgen van aanvaringsgevaar als schepen te dicht in
de buurt komen en informatie over AIS-schepen.
Kaartmenu
OPMERKING: Niet alle instellingen zijn van toepassing op
alle kaarten. Voor een aantal opties zijn premiumkaarten
of aangesloten accessoires, zoals radar, vereist.
OPMERKING: De menu's kunnen bepaalde instellingen
bevatten die niet worden ondersteund door de
geïnstalleerde diagrammen of uw huidige locatie. Als
u deze instellingen wijzigt, hebben de wijzigingen geen
invloed op de grafiekweergave.
Selecteer Opties op een kaart.
Lagen: Hiermee past u de presentatie van de
verschillende elementen op de kaarten aan
(Kaartlagen, pagina
23).
Quickdraw Contours: Schakelt het tekenen van
bodemcontouren in en laat u labels voor viskaarten
maken
(Garmin Quickdraw Contours kaarten,
pagina
26).
Kaarten en 3D-kaartweergaven
Instellingen: Hiermee past u de kaartinstellingen aan
(Kaartinstellingen, pagina
Wijzig overlays: Hiermee wijzigt u welke gegevens
worden getoond op het scherm
aanpassen, pagina
7).
Kaartlagen
U kunt kaartlagen in- en uitschakelen en functies van
de kaarten aanpassen. De instellingen zijn alleen van
toepassing op de gebruikte kaart of kaartweergave.
OPMERKING: Niet alle instellingen zijn van toepassing
op alle kaarten en kaartplottermodellen. Voor een aantal
opties zijn premiumkaarten of aangesloten accessoires
vereist.
OPMERKING: De menu's kunnen bepaalde instellingen
bevatten die niet worden ondersteund door de
geïnstalleerde diagrammen of uw huidige locatie. Als
u deze instellingen wijzigt, hebben de wijzigingen geen
invloed op de grafiekweergave.
Selecteer in een kaart Opties > Lagen.
Kaart: Hiermee toont en verbergt u kaartgerelateerde
elementen
(Instellingen kaartlaag, pagina
Mijn boot: Hiermee toont en verbergt u aan de boot
gerelateerde elementen
pagina
24).
Gebruikersgegevens beheren: Hiermee toont en
verbergt u gebruikersgegevens, zoals waypoints,
grenzen en tracks. Ook opent u zo
lijsten met gebruikersgegevens
Gebruikersgegevens, pagina
Overige schepen: Hiermee past u de manier aan waarop
andere vaartuigen worden getoond
Overige schepen, pagina
Water: Hiermee toont en verbergt u diepte-elementen
(Instellingen waterlaag, pagina
Quickdraw Contours: Hiermee toont en verbergt u
Garmin Quickdraw Contours data
Contouren instellingen, pagina
Weer: Hiermee toont en verbergt u weergerelateerde
elementen
(Instellingen weerlaag, pagina
Instellingen kaartlaag
Selecteer Opties > Lagen > Kaart op een kaart.
Satellietfoto's: Bij gebruik van bepaalde premiumkaarten
kunt u op de navigatiekaart satellietbeelden met hoge
resolutie weergeven van het land of van zowel het
land als de zee
(Satellietbeelden op de navigatiekaart
weergeven, pagina
19).
OPMERKING: Deze instelling moet zijn ingeschakeld
om Standard Mapping grafieken weer te geven.
Getijden & strom.: Toont indicators van
stromingenstations en getijdenstations op de kaart
(Indicaties voor getijden en stromingen weergeven,
pagina
19) en schakelt de schuifregelaar voor getijden
en stromingen in, waarmee u de tijd kunt instellen voor
de getijden en stromingen die worden vermeld op de
kaart.
26).
(De gegevensoverlays
23).
(Instellingen laag Mijn boot,
(Instellingen laag
24).
(Instellingen laag
24).
25).
(Garmin Quickdraw
28).
25).
23