MARPA: Hiermee stelt u in hoe MARPA-schepen en
-sporen op de kaart worden weergegeven. Ook wordt
de MARPA-lijst getoond.
Details: Hiermee toont u de details over andere schepen
op de kaart.
Geprojecteerde koers: Stelt de geprojecteerde koerstijd
in voor schepen waarvoor AIS is geactiveerd. Hiermee
wordt ook de geprojecteerde koerstijd voor vaartuigen
met MARPA-labels ingesteld.
Aanvaringsalarm: Hiermee stelt u het aanvaringsalarm
in
(Een veilige zone voor aanvaringsgevaar instellen,
pagina
21).
Instellingen waterlaag
Selecteer op een kaart Opties > Lagen > Water.
OPMERKING: Het menu kan bepaalde instellingen
bevatten die niet worden ondersteund door de
geïnstalleerde diagrammen of uw huidige locatie. Als
u deze instellingen wijzigt, hebben de wijzigingen geen
invloed op de grafiekweergave.
OPMERKING: Niet alle instellingen zijn van toepassing
op alle kaarten, weergaven en kaartplottermodellen. Voor
een aantal opties zijn premiumkaarten of aangesloten
accessoires vereist.
Dieptearcering: Hiermee bepaalt u de arcering tussen
de bovenste en onderste diepte
pagina
25).
Ondiep-arcering: Hiermee stelt u de arcering in vanaf de
kustlijn naar de opgegeven diepte.
Puntpeilingen: Hiermee worden dieptepeilingen in- en
uitgeschakeld en een gevaarlijke diepte ingesteld.
Dieptepeilingen die overeenkomen met de opgegeven
gevaarlijke diepte of die minder diep zijn, worden met
rode tekst weergegeven.
Contouren viskaart: Hiermee stelt u het zoomniveau
in voor een gedetailleerde weergave van
bodemcontouren en dieptepeilingen en kunt u de
kaartweergave vereenvoudigen voor optimaal gebruik
tijdens het vissen.
Reliëfarcering: Hiermee geeft u bodemcontouren weer
met arcering. Deze functie is alleen beschikbaar bij
sommige premiumkaarten.
Sonarbeelden: Hiermee laat u de dichtheid van
de bodem zien aan de hand van sonarbeelden.
Deze functie is alleen beschikbaar bij sommige
premiumkaarten.
Meerniveau: Hiermee stelt u het huidige waterniveau van
het meer in. Deze functie is alleen beschikbaar bij
sommige premiumkaarten.
Dieptebereikarcering
U kunt kleurbereiken instellen op uw kaart om de
waterdiepte aan te geven op de plaatsen waar de
vissen die u wilt vangen momenteel bijten. U kunt
diepere bereiken instellen om te kunnen zien hoe
snel de bodemdiepte binnen een bepaald dieptebereik
verandert. U kunt maximaal tien dieptebereiken
instellen. Als u in binnenwater vist, blijft de kaart
Kaarten en 3D-kaartweergaven
(Dieptebereikarcering,
overzichtelijker als u maximaal vijf dieptebereiken instelt.
De dieptebereiken zijn van toepassing op alle kaarten en
alle wateroppervlakten.
Sommige Garmin LakeVü
premiumkaarten hebben standaard meerdere
dieptebereikarceringen.
Rood
Van 0 tot 1,5 m (van 0 tot 5 ft.)
Oranje
Van 1,5 tot 3 m (van 5 tot 10 ft.)
Geel
Van 3 tot 4,5 m (van 10 tot 15 ft.)
Groen
Van 4,5 tot 7,6 m (van 15 tot 25 ft.)
Om deze functie in te schakelen en aan te passen
vanaf een kaart, selecteert u Opties > Lagen > Water
> Dieptearcering.
Instellingen weerlaag
Selecteer op de navigatie- of viskaart Opties > Lagen >
Kaart > Weer >
.
Selecteer op een weerkaart Opties > Lagen > Kaart >
Weer.
Waargenomen lagen: Hiermee stelt u in welke
waargenomen weergegevens worden weergegeven.
Waargenomen weer verwijst naar de huidige
weeromstandigheden die nu zichtbaar zijn.
Voorspellingslagen: Hiermee stelt u in welke voorspelde
weergegevens worden weergegeven.
Laagmodus: Hiermee toont u voorgestelde of
waargenomen weergegevens.
Lus: Hiermee kunt u de voorgestelde of waargenomen
weergegevens opeenvolgend (in een lus) weergeven.
Legenda: Hiermee toont u de weerlegenda, waarbij de
ernst van de omstandigheden van links naar rechts
oploopt.
Weerabonnement: Hiermee toont u informatie over
weerabonnementen.
Standaardinstellingen: Hiermee herstelt u de
weerinstellingen naar de fabrieksinstellingen van het
toestel.
Wijzig overlays: Hiermee wijzigt u welke gegevens
worden getoond op het scherm
aanpassen, pagina
7).
Instellingen voor de radaroverlay
Selecteer Opties > Lagen > Radar >
of viskaart.
en aanvullende
™
(De gegevensoverlays
op de navigatie-
25