SCHROBKOPPEN EN ZOLEN
Controleer elke dag of er geen draad of touw rond
de borstels of de borstelaandrijfnaaf gewikkeld is.
Controleer ook of de borstels versleten of beschadigd
zijn.
Vervang de borstels of pads wanneer deze niet meer
effectief schoonmaken. Vervang de borstels als deze
niet meer effectief reinigen of wanneer de haren tot
aan de gele indicator zijn afgesleten.
Reinigingspads dient u altijd eerst te monteren op
de padaandrijver voordat u ze kunt gebruiken. De
reinigingspad wordt door de padhouder op zijn plaats
gehouden.
Reinigingspads moeten altijd direct na gebruik worden
schoongemaakt met water en zeep. Reinig de pads
nooit met behulp van een hogedrukspuit. Hang de
pads op of leg deze plat neer om te drogen.
NB: Vervang borstels en pads altijd paarsgewijs.
Anders zal één borstel of pad veel grondiger
schrobben dan de andere.
BORSTELS OF PADAANDRIJVERS VERVANGEN
1.
Breng de machine tot stilstand op een vlakke
ondergrond. Controleer of de schrobkop omhoog
staat.
2.
Zet de machine uit met het CONTACTSLOT.
VOOR DE VEILIGHEID: Voordat u de machine
achterlaat of er onderhoud aan pleegt, dient u de
machine op een vlakke ondergrond te parkeren,
de motor uit te zetten en de sleutel uit het contact
te nemen.
T7AMR 9020392 (01-2022)
3.
Wanneer u louter de schrobborstel aan de
linkerkant van de machine vervangt: Haal de
pen uit de linker omtrekbeveiliging en open de
omtrekbeveiliging om tot bij de schrobborstel te
kunnen.
4.
Trek de pen uit het scharnier dat de zijwisser
vasthoudt.
ONDERHOUD
79