ONDERHOUD
CAMERA'S EN SENSOREN
2D- en 3D-CAMERA'S VOORAAN EN AAN DE
ZIJKANT
VOOR DE VEILIGHEID: Voordat u de machine
achterlaat of er onderhoud aan pleegt, dient u de
machine op een vlakke ondergrond te parkeren,
de motor uit te zetten en de sleutel uit het contact
te nemen.
Controleer dagelijks de 2D- en 3D-camera's vooraan
en aan de zijkant op watervlekken, vuil, stof, vlekken
en schade (of voor ieder robotparcours). Vuil,
strepen of vegen zouden de machine verkeerde
omgevingsinformatie kunnen bezorgen.
Het reinigen van cameralenzen mag alleen worden
gedaan met microvezeldoekjes die zijn bedoeld voor
gevoelige optische oppervlakken (één is meegeleverd
bij de thuismarkeringen). In extreme gevallen kan
een lensreinigingsoplossing worden gebruikt die is
geformuleerd voor optische polycarbonaatlenzen.
Spuit geen vloeistof op de cameralenzen. Als
een lensreinigingsoplossing vereist is, maak
de reinigingsdoek dan licht vochtig. Spuit geen
reinigingsoplossing op de camera-unit.
NB: Kras of beschadig de lenzen van de 2D- of
3D-camera's niet. Als de cameralenzen gekrast of
beschadigd zijn, kan dit de machineprestaties in de
robotmodus hinderen.
De zijdelingse 2D- en 3D-camera's bevinden zich aan
weerszijden van de machine.
78
LIDAR-SENSORS BOVENAAN EN ONDERAAN
VOOR DE VEILIGHEID: Voordat u de machine
achterlaat of er onderhoud aan pleegt, dient u de
machine op een vlakke ondergrond te parkeren,
de motor uit te zetten en de sleutel uit het contact
te nemen.
Controleer dagelijks de LIDAR-sensors bovenaan en
onderaan op vuil, stof, vlekken en schade (of voor
elk robotparcours). Vuil, strepen of vegen zouden
de machine verkeerde omgevingsinformatie kunnen
bezorgen.
Het reinigen van LIDAR-sensoren mag alleen
worden gedaan met microvezeldoekjes die zijn
bedoeld voor gevoelige optische oppervlakken (één
wordt er meegeleverd bij de thuismarkeringen). In
extreme gevallen kan een lensreinigingsoplossing
worden gebruikt die is geformuleerd voor optische
polycarbonaatlenzen. Spuit geen oplossing op de
LIDAR-sensoren. Als een lensreinigingsoplossing
vereist is, maak de reinigingsdoek dan licht vochtig.
Spuit geen reinigingsoplossing op de LIDAR-
sensoren.
NB: Kras of beschadig de oppervlakken van de
bovenste en onderste LIDAR-sensor niet. Als de
sensoroppervlakken gekrast of beschadigd zijn, kan
dit de machineprestaties in de robotmodus hinderen.
NB: Aangezien de onderste LIDAR-sensor zich
vlakbij het reinigingsoppervlak bevindt, moet u er
extra op letten dat de oppervlakken vooraan, aan de
zijkant, achteraan en onderaan geen vuil, vlekken
en andere vuiligheid bevatten. Inspecteer deze
sensoroppervlakken met behulp van een zaklamp en
reinig ze grondig.
T7AMR 9020392 (01-2022)