9. INDIVIDUELE INSTELLING
9.1 Manuele instellingen
9.1.1 Grootte van het expansievat controleren
De volgende diagrammen geven aan of het ingebouwde expansievat voldoende is, of dat er een extern vat dient
geplaatst te worden (aan te raden bij vloerverwarming).
Voor de getoonde kenlijnen wordt met volgende gegevens rekening gehouden:
•
De voordruk van het expansievat komt overeen met de statische opvoerhoogte van de installatie + 0,3 bar.
•
De normale werkdruk ligt tussen 1 en 2,5 bar.
•
De maximale bedrijfsdruk (veiligheidsventiel) bedraagt 3 bar.
•
Voor vloerverwarming: raadpleeg de leverancier van de vloerverwarming.
Wanneer het snijpunt rechts naast de curve ligt, moet een bijkomend expansievat geïnstalleerd worden.
9.1.2 Kenlijn van de circulatiepomp wijzigen
H et toerental van de pomp kan in de aansluitkast van de pomp ingesteld worden.
In schakelstand 1 wordt bij de bereiding van warm water niet het maximale vermogen overgedragen.
Gebruik deze stand daarom zuiver en alleen voor verwarmingstoestellen.
Kies een zo laag mogelijke kenlijn om energie te sparen en om stromingsgeluiden zo laag mogelijk te
houden.
6 720 614 151 (2010/04 BL-NL)
I
voordruk 0,2 bar
II
voordruk 0,5 bar (fabrieksinstelling)
III
voordruk 0,75 bar
IV
voordruk 1,0 bar
V
voordruk 1,2 bar
tV
vertrektemperatuur
V A
inhoud in liter
A
nuttig bereik van het expansievat
B
extra expansievat nodig
Fig. 41
1
instelling 1
2
instelling 2
3
instelling 3
H
resterende opvoerhoogte
Q
omloophoeveelheid van het CV-water
Fig. 42
30