6. INSTALLATIE
Gevaar: Voor explosies!
De gaskraan sluiten vooraleer werken aan gasvoerende delen uit te voeren.
Doe een dichtheidscontrole na werken aan gasvoerende delen.
Algemeen
Deze ketel dient door een bevoegde installateur te worden geplaatst. Hij dient zich te houden aan de
geldende nationale en plaatselijke voorschriften. In geval van twijfel dient hij zich te informeren bij de
officiële instanties of bij SERVICO nv.
Belangrijk
D e ketel waterpas hangen.
Let erop de volgende minimumafstanden te voorzien:
• tussen ketel en plafond 30 cm
• onder de ketel minimum 30 cm
•
rondom de ketel 10 cm
D e ketel moet in een vorstvrije ruimte geïnstalleerd worden.
O m corrosie te vermijden mag de verse lucht voor de ketel geen agressieve dampen bevatten.
Ketels op vloeibaar gas: aangezien vloeibaar gas zwaarder is dan lucht, moeten deze ketels en de leidingen steeds in
r
uimten met een benedenverluchting boven de begane grond, geplaatst worden.
De ketel moet in overeenstemming met de voorschriften van het A.R.E.I. geïnstalleerd worden.
D e ketel is IPX 4 D gekeurd.
In geen geval de ketel tegen een wand uit brandbaar materiaal plaatsen.
B randbare stoffen moeten vuurwerend bekleed worden.
D e maximale omgevingstemperatuur van de installatieruimte bedraagt 50°C.
De maximale temperatuur van de buitenmantel ligt onder de 85°C, zodat er behalve voor omkastingen (zie fig. 7) geen
speciale voorzorgsmaatregelen moeten genomen worden.
6.1 Installatie in een kast
V oorzie minimumafstanden van 10 cm rondom de ketel, 30 cm tot het plafond en 30 cm onder de ketel.
6 720 614 151 (2010/04 BL-NL)
15
Fig. 7