8.5 Verwarming inschakelen
Fig. 32
8.6 Temperatuurregeling
8.7 Na de inbedrijfname
Controleer de gasaansluitdruk.
Controleer of er condensatiewater in de sifon loopt. Indien niet; de ketel uitschakelen en daar na opnieuw inscha-
kelen. Hierdoor wordt het sifonvulprogramma opnieuw geactiveerd.
Herhaal deze handeling tot er condensatiewater in de sifon loopt.
8.8 Ketels TOP 14-3 ZSB & TOP 22-3 ZSB met boiler Storacell:
warmwatertemperatuur instellen (via NTC)
6 720 614 151 (2010/04 BL-NL)
De vertrektemperatuur kan tussen 35 en 90°C ingesteld worden.
Let op de maximum toegelaten vertrektemperatuur bij
vloerverwarming.
Temperatuurregelaar
vertrektemperatuur van de verwarmingsinstallatie aan te
passen:
-
vloerverwarming bvb. stand
-
lage temperatuurverwarming bvb. stand
-
verwarmingsinstallaties met vertrektemperatuur van 90°C:
stand
max
Wanneer de brander in bedrijf is brandt het controlelampje
stand
1
2
3
4
5
6
max
Raadpleeg de voorschriften van de regelapparatuur.
Hierin vindt U hoe:
U de werking en de stookcurve van de weersafhan-
kelijke regelaar kunt instellen,
U de kamerthermostaten kunt instellen,
U economisch kunt verwarmen en energie kunt
besparen.
Fig. 33
Boilertemperatuur met temperatuurinstelknop
instellen.
De ingestelde temperatuur knippert gedurende 30 seconden in
het display.
Waarschuwing: verbrandingsgevaar!
Temperatuur bij normaal gebruik niet hoger dan
60°C instellen.
temperatuurinstelknop
min
e
max
Fig. 34
26
verwarming verdraaien, om de
(ongeveer 50°C)
3
6
(ongeveer 75°C)
vertrektemperatuur
ongeveer 35°C
ongeveer 43°C
ongeveer 50°C
ongeveer 60°C
ongeveer 67°C
ongeveer 75°C
ongeveer 90°C
van de ketel
warmwatertemperatuur
ongeveer 15°C (vorstbeveiliging)
ongeveer 50°C
ongeveer 60°C
.
groen