Het beeld regelen
De spoorvolging regelen
Hoewel de videorecorder de spoorvolging
automatisch regelt tijdens de weergave (de
indicator knippert in het uitleesvenster en dooft
vervolgens), kan er toch vervorming optreden
wanneer de opname in slechte staat verkeert. In dat
geval kunt u de spoorvolging handmatig regelen.
Druk tijdens de weergave op TRACKING +/– om de
spoorvolgingsmeter te laten verschijnen. De
vervorming moet verdwijnen bij een druk op één van
beide toetsen (de
cassette uit en breng ze weer in om terug te keren naar automatische regeling.
Betreffende de Reality Regenerator (RR) functie
(niet beschikbaar op SLV-SE600A/E en SX600E)
De Reality Regenerator (RR) functie (auto-herstelfunctie) herstelt de originele
beeldkwaliteit tijdens de weergave.
Druk op RR om de RR functie te
gebruiken. De RR toets licht op. Via
het OPTIES-2 menu kan RR worden
ingesteld op NORMAL of HOOG
(zie pagina 79).
Druk op RR om de functie uit te
schakelen. De RR toets dooft.
Betreffende de Optimum Picture Control (OPC) functie
De Optimum Picture Control (OPC) functie
verbetert automatisch de opname- en
weergavekwaliteit door de videorecorder af te stellen
op de staat van de videokoppen en de band. Voor
een optimale beeldkwaliteit raden wij u aan OPC in
het OPTIES-1 menu op AAN te zetten (terwijl de
OPC indicator oplicht in het uitleesvenster). Voor
details, zie pagina 78.
OPC weergave
De OPC functie werkt automatisch met alle cassettetypes, ook met huurcassettes en
cassettes waarop niet met OPC werd opgenomen.
76
Het beeld regelen
indicator licht op). Werp de
TRACKING
Spoorvolgingsmeter
RR
OPTIES - 1
OPC
AAN
MONTAGE
UIT
AUDIO MIX
UIT
TUNER GELUID
NICAM
AUTO LONG PLAY
UIT
BANDLENGTE
E1 8 0
TERUG
KIEZEN
:
INSTELLEN
:
OK
VERLATEN
:
MENU